Paragraaf 3.1

H3 Nederland en Indonesië
    §3.1 Handelen in Oost-Azië
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H3 Nederland en Indonesië
    §3.1 Handelen in Oost-Azië

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Je weet wanneer en waarom de VOC werd opgericht

Je weet waar de VOC factorijen stichtte

Je kan vier oorzaken noemen waardoor de VOC failliet ging

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Specerijen
  • Meer smaak, lange houdbaarheid, medicijn en zeldzaam. 

  • Groeit alleen in Zuidoost-Azië.

  • Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.

Slide 5 - Diapositive

Herken jij deze VOC producten?
Koffie
Gember
Thee
Kruidnagel
Anijs
kaneel
Peper

Slide 6 - Question de remorquage

Europese landen willen zelf winst maken
  • De Portugezen ontdekken de route naar Azië
    (1498).

  • Portugezen houden deze Carreira da India strikt geheim.

  • Nederlanders willen dat ook!
  • Spionage...
  • Jan Huygen van Linschoten reist mee.

Slide 7 - Diapositive

Nederlanders in Azië
  • Cornelis de Houtman komt in 1596 als eerste Nederland in Oost-Indië, aan.
  • De reis duurde 2,5 jaar. Van de 900 bemanningsleden overleven 250 de reis. 
  • Toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop naar Oost-Indië is bewezen.

Slide 8 - Diapositive

Tekstboek
Lezen TB blz. 58

Route naar Oost-Azië
De Indonesische Eilanden
en
Winstgevende specerijen

Slide 9 - Diapositive

Wie was de eerste Nederlander in Indonesië?
A
Cornelis de Manhout
B
Columbus
C
Cornelis de Houtman
D
Indonesië was al ontdekt

Slide 10 - Quiz

Waarom wilden de Nederlanders de route naar Indonesië weten?
A
Vonden ze leuk
B
Om specerijen te eten
C
Om kaarten te maken
D
Om winst te maken met de specerijenhandel

Slide 11 - Quiz

Een bewering: De reis van Cornelis de Houtman was aan de ene kant wel een succes, maar aan de kant niet.
Leg dit uit. Doe het zo: Het was een succes omdat, ... maar je kan het je ook niet succesvol noemen omdat ...

Slide 12 - Question ouverte

Voor de Nederlanders kwamen, was er op Java
A
Alleen oerwoud waar bijna niemand woonde
B
Levendige handel met andere gebieden in Azië
C
een verenigd islamitisch koninkrijk
D
voortdurend oorlog en hongersnood

Slide 13 - Quiz

Nieuw probleem!
  • Steeds meer Nederlandse (compagnieën) bedrijven gaan naar Indië varen.

  • Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling.

  • De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook.

Slide 14 - Diapositive

Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
  • Nederlandse regering grijpt in.
  • Om concurrentie tegen te gaan werd VOC opgericht. (Alle compagnieën in één bedrijf)
  • De VOC kreeg het monopolie op de (handel in Azië. Andere Nederlandse handelaren en bedrijven mochten er geen handel drijven. 
  • VOC mocht ook namens Nederland forten bouwen, oorlog voeren, land veroveren en besturen. 

Slide 15 - Diapositive

Jan Pieterszoon Coen
  • In 1619 veroverde JPC de Javaanse havenstad Jayakarta. Nederlanders hernoemde de stad Batavia. Batavia werd het hoofdkwartier van de VOC.

  • Berucht vanwege het gebruik van geweld.
  • Vermoorden of verbannen van de bevolking van de Banda-eilanden.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Factorij
  • Een factorij is een versterkte handelspost. In het buitenland, met kantoren en pakhuizen. 
  • De VOC had factorijen in heel Azië.
  • Er was veel onderlinge handel. 
           Zie bron 8, informatieboek blz. 60
  • Ze hadden toestemming van de plaatselijke vorsten. 
  • Voordeel vorsten: deelname handel, steun VOC oorlogen tegen andere vorsten. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Boek op pagina 92
Opdrachten 1, 3, 4, 8, 

Slide 20 - Diapositive

Ondergang VOC
De VOC werd in 18e eeuw minder winstgevend:
  1. Corruptie, handelaren houden winst in eigen zakken.
  2. Slecht bestuur, slechte boekhouding
  3. Buitenlandse concurrentie.
  4. Oorlog Nederland en Engeland.
  5. Fransen veroveren Nederland. 

1799 -  VOC failliet

Slide 21 - Diapositive

Wat was geen oorzaak van de ondergang van de VOC?
A
Oorlog Duitsland
B
Corruptie
C
Slechte boekhouding
D
Buitenlandse concurrentie

Slide 22 - Quiz

Wanneer ging de VOC failliet?
A
1699
B
1602
C
1789
D
1799

Slide 23 - Quiz

Noem drie oorzaken voor het failliet gaan van de VOC

Slide 24 - Question ouverte

H3 Nederland en Indonesië
    §3.2 De kolonie Nederlands-Indië 

Slide 25 - Diapositive

Kolonie
1816: Indonesië werd kolonie van Nederland

Gezag werd afgedwongen door KNIL 

Eerst alleen bemoeienis met Java

Slide 26 - Diapositive

Wanneer werd Indië een kolonie van Nederland?
A
1819
B
1818
C
1816
D
1817

Slide 27 - Quiz

Wat is de KNIL?

Slide 28 - Question ouverte

Met welk gebied bemoeide Nederland zich de eerste jaren mee?

Slide 29 - Question ouverte

Onder welke voorwaarde mochten de plaatselijke vorsten zelfstandig blijven?
A
Als ze bleven handelen met de VOC
B
Als ze geld gaven
C
Als ze soldaten leverden
D
Zolang ze de Nederlanders maar niet lastig vielen

Slide 30 - Quiz

Atjeh-Oorlog

1873: KNIL valt Atjeh aan.

30 jaar, 100 000 doden.


Guerilla oorlog!


Van Heutsz krijgt Atjeh in handen--> veel geweld.

Slide 31 - Diapositive

Tekstboek
Uitbreiding Nederlandse Invloed
en 
Bloedbad op Bali
Europees Kolonialisme 

Slide 32 - Diapositive

Noem 3 redenen waarom een kleine groep overheersers over Nederlands-Indië kon heersen

Slide 33 - Question ouverte

Het cultuurstelsel
 (1830-1870)
  • Doel: Indië moet weer winstgevend (voor Nederland) worden.

  • Nederland lieten Indonesiërs voor zich werken

  • Met dat geld kan Nederland een modern land worden.

    Slide 34 - Diapositive

    Er kwam veel kritiek op het cultuurstelsel 

    Mede door het boek Max Havelaar 

    Slide 35 - Diapositive

    Na alle kritiek

    werd het cultuurstelsel afgeschaft en kregen ondernemers het voor het zeggen. 

    Slide 36 - Diapositive

    Slide 37 - Vidéo

    Tijdens het Cultuurstelsel (1830-1870) moesten de boeren producten aan Nederland leveren.

    Welke producten waren dat?
    A
    aardappels en vlees
    B
    specerijen
    C
    brood en groente
    D
    koffie en suiker

    Slide 38 - Quiz

    Het cultuurstels leidde voor de eenvoudige boeren tot...
    A
    Meer geld.
    B
    Hongersnood.
    C
    Meer producten.
    D
    Minder werk.

    Slide 39 - Quiz

    Waarom leidde het Cultuurstelsel tot hongersnoden?

    Omdat de boeren
    A
    Minder geld gingen verdienen.
    B
    Steeds minder zin kregen om te werken.
    C
    Veel producten voor de export moesten leveren
    D
    In hongerstaking gingen.

    Slide 40 - Quiz

    Huiswerk

    Paragraaf 3.2: 

    Vraag 8, 9, 10 en 11 

    Slide 41 - Diapositive