Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 180 min
Éléments de cette leçon
C2 Psychiatrie week 2 les 1
Angststoornissen
Zelf verwondend gedrag
en automutilatie
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
De student kan:
Verschillende benamingen bij het begrip zelf verwondend gedrag onderscheiden
Benoemen wat zelf verwondend gedrag inhoudt en welke vormen zich kunnen voordoen
De belangrijkste vpk interventies bij zelf verwondend gedrag benoemen
Kan uitleggen wat een angststoornis inhoudt
De belangrijkste vpk interventies een angststoornis benoemen
Slide 2 - Diapositive
Angst:
“gevoel van beklemming, vrees, onveiligheid of onzekerheid” (van Dale)
Slide 3 - Diapositive
Angst heeft een signalerende functie, net als pijn
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Angst & fysiologie
Een angstprikkel geeft 2 reacties in het zenuwstelsel:
Een reflexmatige reactie op een prikkel (stressor), gaat via het autonome zenuwstelsel een puls naar het bijniermerg:
Het bijniermerg geeft via de bloedbaan een shot met o.a. adrenaline af, die het lichaam in staat van paraatheid brengt bij dreigend gevaar
Het lichaam komt onder stress (fight or flight)
Slide 5 - Diapositive
Heb jij ergens angst voor?
Slide 6 - Diapositive
Oorzaken die bijdragen
Biologische (fysieke) kwetsbaarheid.
Genetische componenten
Traumatische ervaringen
Aangeleerde angst
Het is aangetoond dat vermijding leidt tot een versterking van problemen.
Slide 7 - Diapositive
Kennen jullie iemand met een angststoornis?
Slide 8 - Diapositive
Prevalentie
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
DSM 5 - criteria
“Een excessieve angst en bezorgdheid die gedurende minstens zes maanden vaker wel dan niet aanwezig zijn en betrekking hebben op een aantal gebeurtenissen of activiteiten.
“De betrokkene vindt het moeilijk om zijn of haar bezorgdheid onder controle te houden.”,
“De angst en bezorgdheid gaan gepaard met minimaal drie van de volgende zes symptomen: rusteloosheid; snel vermoeid raken; moeite met concentreren; prikkelbaarheid; spierspanning; slaapstoornis.”
“De angst, de bezorgdheid of de lichamelijke klachten veroorzaken beperkingen in het sociale of beroepsmatig functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen.”
“De stoornis kan niet beter worden verklaard door een andere psychische stoornis.”
Slide 11 - Diapositive
Fobie
Er is geen reële bedreiging
De zorgvrager weet dat de angst ongegrond is en schaamt zich meestal.