6.2 Reliëf als klimaatfactor

1 / 29
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

1.2 Reliëf als klimaatfactor

Slide 2 - Diapositive

Deze les:
  • Korte terugblik op §1.1 
  • Uitleg §1.2 
  • Zelfstandig aan het werk en/of hulp bij de opdrachten 

Slide 3 - Diapositive

Wat is GEEN klimaatfactor?
A
Breedteligging
B
Zeestromen
C
Tropisch bos
D
Hoogteligging

Slide 4 - Quiz

Welke klimaatfactor zie je op de afbeelding?
A
Breedteligging
B
De zon
C
Hoogteligging
D
Zeestromen

Slide 5 - Quiz

Vorige les hebben we het gehad over de Golfstroom in Europa. Wat is de Golfstroom?
A
Een koude zeestroom vanuit de noordpool
B
Een warme zeestroom vanuit de golf van Mexico
C
Een warme zeestroom vanuit Afrika
D
Een warme zeestroom vanuit Azië

Slide 6 - Quiz

Welk kenmerk van aanlandige wind is juist?
A
In de zomer is aanlandige wind warm.
B
Aanlandige wind waait vanaf het land naar zee.
C
In de winter is aanlandige wind koud.
D
In de winter is aanlandige wind warm.

Slide 7 - Quiz

Tropen:

gematigde zone:

Poolstreken:




Combineer de luchtstreken met de juiste breedtecirkels.

De temperatuurzones op aarde noem je de luchtstreken. Bij deze vraag gebruiken we de breedtecirkels als begrenzing van de verschillende temperatuurzones.

Tussen 23½° en 66½°
Vanaf 66 ½ °
Tussen de 23 ½ ° N.B. en 23 ½ ° Z.B.

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Vidéo

Welke klimaatfactoren zijn er?

Slide 10 - Question ouverte

Leerdoelen: wat moet je kennen en kunnen?
  1. Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van de vorm en het reliëf van Europa;
  2. Je kunt uitleggen hoe gebergten kunnen werken als klimaatscheiding;
  3. Je kunt het verband uitleggen tussen het reliëf en de temperatuur: hoe hoger, hoe kouder;
  4. Je kunt het verband uitleggen tussen het reliëf en de neerslag: stuwingsregen en regenschaduw;
  5. Je kunt uitleggen wat het verband is tussen aanlandige winden en het ontbreken van reliëf; 

Slide 11 - Diapositive

Wat is reliëf?

Slide 12 - Carte mentale

Plak een foto van een reliëfvorm in Europa

Slide 13 - Question ouverte

Reliëf
= Hoogteverschil

Slide 14 - Diapositive

Vier reliëfvormen
■ hooggebergte: de meeste toppen zijn hoger dan 1.500 m (foto De verlaten stad Machu Picchu)
middelgebergte: de meeste toppen zijn tussen de 500 en 1.500 m hoog (foto Het Zwarte Woud)
■ heuvelland: de meeste toppen zijn tussen de 200 en 500 m
laagland: het is vrijwel overal lager dan 200 meter

Slide 15 - Diapositive

Hoogteligging (reliëf) en temperatuur

Slide 16 - Diapositive

Relïef en neerslag
  • Stuwingsregens: Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.
  • Loefzijde: De windkant van een gebergte met veel neerslag.
  • Lijzijde: De kant van de berg die uit de wind ligt; er valt weinig neerslag.
  • Regenschaduw: De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt.

Slide 17 - Diapositive

Werkzaamheden
  • Lees de theorie van pararaaf 2.2
  • Maak opdracht  1,2 en 3 in een tweetal met de atlas

  • Huiswerk voor de volgende les:
    Opdracht 4, 5 en 6

Slide 18 - Diapositive

Opdracht in tweetal
  • Verklaar de verschillen in temperatuur in de zomer en in de winter tussen Bergen en Lillehammer.
  • Verklaar de verschillen in temperatuur in de zomer en in de winter tussen Bergen en Bodo?
  • Verklaar de verschillen in neerslag tussen Trondheim en Sundsvall. 
  • Maak in je antwoorden zo veel mogelijk gebruik van de klimaatfactoren. 

Slide 19 - Diapositive

Vorm van Europa 
  • Europa is een schiereiland: aan 3 kanten zee
  • Binnen Europa zijn er verschillende schiereilanden
  • Europa heeft grote inhammen, de zee is nooit ver weg

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Diapositive

Berg als klimaatscheiding

Slide 23 - Diapositive

Verschil in klimaat
Door de bergen is er links een ander klimaat dan rechts.

Daarom heet dit gebergte een klimaatscheiding.

Slide 24 - Diapositive

Leerdoelen: wat moet je kennen en kunnen?
  1. Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van de vorm en het reliëf van Europa;
  2. Je kunt uitleggen hoe gebergten kunnen werken als klimaatscheiding;
  3. Je kunt het verband uitleggen tussen het reliëf en de temperatuur: hoe hoger, hoe kouder;
  4. Je kunt het verband uitleggen tussen het reliëf en de neerslag: stuwingsregen en regenschaduw;
  5. Je kunt uitleggen wat het verband is tussen aanlandige winden en het ontbreken van reliëf; 

Slide 25 - Diapositive

Begrippen 
Theorie: aanlandige wind, eeuwige sneeuw, gelede kust, gletsjer, Golfstroom, heuvelland, hoge breedte, hooggebergte, klimaat, klimaatscheiding, laagland, lijzijde, loefzijde, middelgebergte, neerslag, regenschaduw, reliëf, schiereiland, stuwingsregen, temperatuurgradiënt

Basisboek: heuvelland, hooggebergte, hoogvlakte, laagland, laagvlakte, lijzijde, loefzijde, middelgebergte, plateau, regenschaduw, stuwingsregen

Slide 26 - Diapositive

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 27 - Question ouverte

Over welk onderdeel van de lesstof wil je graag nog wat extra uitleg?

Slide 28 - Question ouverte

Aan de slag 
Maken: H6§2 -opdr. 1, 2, 4 t/m 9
Lezen: H6§2 en basisboekteksten (staat allemaal bij de theorie) 

Slide 29 - Diapositive