3.4 Uitscheiding

3.4 uitscheiding
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

3.4 uitscheiding

Slide 1 - Diapositive

3.4 Uitscheiding
- Terugblik 3.1 t/m 3.3 (morgen SO)
- Uitleg 3.4
- Huiswerkcontrole 3.3
- Maken: Blz. 208 t/m 212
Opdr. 1 t/m 8

Slide 2 - Diapositive

Je bloed bestaat uit bloedplasma, witte bloedcellen, bloedplaatjes en...
A
Blauwe bloedcellen
B
Rode bloedcellen
C
Plasma eiwitten
D
Gele bloedcellen

Slide 3 - Quiz

Welk onderdeel van de rode bloedcellen bevat rode kleurstof en kan zuurstof goed vasthouden?
A
Eiwit
B
De celkern
C
Hemoglobine
D
Bloedplaatjes

Slide 4 - Quiz

Witte bloedcellen hebben een celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de witte bloedcellen?
A
Bloed laten stollen
B
Zuurstof vervoeren
C
Koolstofdioxide vervoeren
D
Ziekteverwekkers onschadelijk maken.

Slide 6 - Quiz

Wat is de functie van de bloedplaatjes?
A
Bloed laten stollen
B
Zuurstof vervoeren
C
Koolstofdioxide vervoeren
D
Ziekteverwekkers onschadelijk maken.

Slide 7 - Quiz

Hoe heten de vaten die van je hart af lopen?
A
Haarvaten
B
Aders
C
Slagaders
D
Holle aders

Slide 8 - Quiz

Welke vaten hebben kleppen?
A
Haarvaten
B
Aders
C
Slagaders
D
Holle aders

Slide 9 - Quiz

Hoe gaat de kleine bloedsomloop?
A
Hart - longen - hart
B
Longen - hart - longen
C
Hart - organen - hart
D
Organen - hart - organen

Slide 10 - Quiz

Hoe gaat de grote bloedsomloop?
A
Hart - longen - hart
B
Longen - hart - longen
C
Hart - organen - hart
D
Organen - hart - organen

Slide 11 - Quiz

Door de wand van je aders kunnen zuurstof en voedingsstoffen naar de cellen toe.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je de vaten die je hart van zuurstof voorzien?
A
Poortaders
B
Kransaders
C
Aorta
D
Kransslagaders

Slide 13 - Quiz

Via de bovenste en de onderste holle aders stroomt zuurstofrijk bloed je hart in.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Het zuurstofrijke bloed gaat van je linkerboezem, naar je ....... via je aorta je lichaam in.
A
rechterboezem
B
linkerkamer
C
rechterkamer
D
longader

Slide 15 - Quiz

De boezems en de kamers zijn van elkaar gescheiden door middel van..
A
Zonvormige kleppen
B
Halvemaanvormige klappen
C
Hartkleppen
D
Harttussenwand

Slide 16 - Quiz

Aan het einde van deze les
- kan ik de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functie.

Slide 17 - Diapositive

Waarom bij thema bloedsomloop?
- Bloed vervoert voedingsstoffen en zuurstof. 

- Maar ook afvalstoffen & die afvalstoffen moet je lichaam ook weer uit. 

Daar helpen je nieren aan mee! 

Slide 18 - Diapositive

Nieren en urinewegen

Slide 19 - Diapositive

Nieren

Slide 20 - Diapositive

De nieren
  • De nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen, zouten en overtollig water.
  • Dit samen heet urine.

Slide 21 - Diapositive

Nierbekkens
In de nierbekkens wordt urine verzameld. 
Via de urineleiders wordt de urine afgevoerd naar de urineblaas (zie plaatje hiernaast).
In de urineblaas wordt urine tijdelijk opgeslagen, zodat je niet voortdurend hoeft te plassen. 


Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Vul het schema in.

Urine vormen
Urine verzamelen
De urine afvoeren naar de urineblaas
Nierschors en niermerg
Nierbekkens
Urineleiders

Slide 25 - Question de remorquage

Afvalstoffen en mineralen zorgen voor een donkere kleur van urine.
Welke kleur heeft je urine als je weinig water hebt gedronken?
A
Licht van kleur
B
Donker van kleur

Slide 26 - Quiz

In de afbeelding zijn de nieren en de urinewegen van de mens schematisch getekend.
Welk nummer geeft het niermerg aan?
A
nummer 1
B
nummer 2
C
nummer 3
D
nummer 4

Slide 27 - Quiz

Huiswerk
3.4
Blz. 208 t/m 212
Opdr. 1 t/m 8

Slide 28 - Diapositive