K1 GRAMMAR

1. SOME/ANY(wat/iets,enkele)
De woorden some and any betekenen "iets of "enkele". Je gebruikt some in vragen waarvan je verwacht dat het antwoord JA is en in bevestigende zinnen.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1. SOME/ANY(wat/iets,enkele)
De woorden some and any betekenen "iets of "enkele". Je gebruikt some in vragen waarvan je verwacht dat het antwoord JA is en in bevestigende zinnen.

Slide 1 - Diapositive

EXAMPLES:
Can I have some water,please?
You can have some water.
Do you have some information for me?
I have some information for you.

Slide 2 - Diapositive

In ontkennende zinnen gebruik je any. 
Voor vragen gebruik je ook any.
EXAMPLES: 
I do not have any apples at the moment.
Do you have any fries left?

Slide 3 - Diapositive

2. Demonstrative pronouns(aanwijzende voornaamwoorden)

Slide 4 - Diapositive

?
THIS
THAT
THESE
THOSE

Slide 5 - Diapositive

3.PLURALS
In het Engels zet je een woord in het meervoud door een "s" of "es"aan het woord toe te voegen.
e.g. glass - glasses 
room - rooms

Slide 6 - Diapositive

Sommige woorden hebben een andere spelling in het meervoud:
Eindigt een woord op een medeklinker + y, dan verandert de "y" in "ies".
party - parties;  baby - babies

Slide 7 - Diapositive

Eindigt een woord op een "o", dan wordt "es" toegevoegd.
e.g. potato - potatoes 
tomato - tomatoes

Slide 8 - Diapositive

4. Articles
the
a
an

Slide 9 - Diapositive

5. Imperative (gebiedende wijs)
Je gebruikt de IMPERATIVE als je wilt zeggen dat iemand iets moet doen. Je gebruikt de hele werkwoord zonder to.
e.g. Clean your room.
Do your homework.

Slide 10 - Diapositive

Je gebruikt don`t voor het hele werkwoord als je wilt zeggen dat iemand iets niet moet doen.
e.g. Don`t open the door.
Don`t cross the street.

Slide 11 - Diapositive

6. PRESENT CONTINUOUS
VORM: am/are/is + werkwoord + ing
GEBRUIK: als je wilt zeggen dat  iets nu aan de gang is; irritatie te geven
e.g. I am sitting at the table.
They are always stealing my lunch.

Slide 12 - Diapositive