Les SLB Alcohol en drugs

Verslavende middelen
SLB
les 26

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Verslavende middelen
SLB
les 26

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

  • Kunnen uitleggen welke effecten drugs op het lichaam kan hebben.
  • Kunnen uitleggen op welke manieren je afhankelijk kan zijn van drugs.
  • Kunnen uitleggen wat de gevolgen van drugs kunnen zijn.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

timer
1:00
ALCOHOL

Slide 4 - Carte mentale

Wat is alchohol?
*Stofje wat in nature in rottend fruit zit
* Verdovend effect op de hersenen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Ik heb weleens alcohol gedronken.
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Heb je thuis weleens gepraat over drank en drugs?
A
Ja, over beide
B
Ja, maar alleen over alcohol
C
Nee

Slide 8 - Quiz

discussie over alcohol
stellingen

Slide 9 - Diapositive

Ik vertel mijn ouders of ik alcohol drink
A
eens
B
oneens

Slide 10 - Quiz

Zonder alcohol is een feest ook gezellig
A
eens
B
oneens

Slide 11 - Quiz

Ik wil niet drinken omdat mijn hersencellen anders afsterven
A
eens
B
oneens

Slide 12 - Quiz

Volwassen in mijn omgeving drinken regelmatig
A
eens
B
oneens

Slide 13 - Quiz

Ik kan gemakkelijk aan alcohol komen
A
eens
B
oneens

Slide 14 - Quiz

Als je drinkt, dan hoor je erbij
A
eens
B
oneens

Slide 15 - Quiz

Drugs is een stapje verder dan alcohol drinken
A
eens
B
oneens

Slide 16 - Quiz

Als je vaak veel drinkt, kun je steeds beter tegen alcohol
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Het is riskant om alcohol te combineren met drugs of medicijnen
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Mannen zijn gemiddeld sneller onder invloed dan vrouwen
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Na een avondje stevig drinken kun je 's ochtends nog steeds alcohol in je bloed hebben
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Binge drinken is riskant
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Alcohol is een verdovend middel
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Rijden met 2 glazen alcohol op kan strafbaar zijn
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Men kan niet lichamelijk afhankelijk worden van alcohol
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Door het drinken van koffie wordt de alcohol in het lichaam sneller afgebroken
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

timer
1:00
DRUGS

Slide 26 - Carte mentale

Wanneer is iets drugs?

Slide 27 - Carte mentale

Wat zijn drugs?
Drugs beïnvloeden de werking van je lichaam, vooral het zenuwstelsel.
De verschillende effecten van drugs:
  • Stimulerende middelen: Zorgen dat je zenuwstelsel sneller werkt, zoals xtc.
  • Verdovende middelen: Laat je zenuwstelsel juist langzamer werken, zoals alcohol en heroïne.
  • Bewustzijnsveranderende middelen: Beïnvloeden de werking van je hersenen, zoals lsd en paddo's.

Slide 28 - Diapositive

Enkele bekende soorten drugs en hun werking. Je ziet dat sommige drugs ook medicijnen zijn

Slide 29 - Diapositive

Wat zijn de gevolgen van drugsgebruik?
Het gebruik van drugs kan gevaarlijk zijn. Ook loop je de kans dat je verslaafd raakt.
Je kunt op 3 manieren afhankelijk worden:
  • Lichamelijk afhankelijk.
  • Geestelijk afhankelijk.
  • Sociaal afhankelijk.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Gevolgen

Welke gevolgen van drugsgebruik heb je in het filmpje gezien?

Slide 32 - Diapositive

Vape/ sigaret
Roken is verslavend, vooral door de stof nicotine. Nicotine zit van nature in tabaksbladeren en dus ook in tabak. Het zorgt ervoor dat een roker blijft verlangen naar een nieuwe sigaret. Nicotine wordt opgenomen in het bloed en verspreidt zich snel naar de hersenen. Daar zorgt het korte tijd voor een prettig gevoel. Om dat prettige gevoel te blijven houden, moet een roker steeds weer een nieuwe sigaret opsteken
Roken verhoogt vooral het risico op allerlei vormen van kanker. Maar ook op andere ernstige aandoeningen, zoals longaandoeningen, hart- en vaatziekten, maagzweren en de ziekte van Crohn (ref: VZinfo). Bovendien kan roken een ongunstig effect hebben op het verloop van een ziekte. 

Slide 33 - Diapositive

Vape/ sigaret
De damp van een e-sigaret bevat – net als tabaksrook – schadelijke stoffen, zoals nicotine, propyleenglycol, glycerol en aldehyden. Het inademen van deze stoffen kan de luchtwegen irriteren of beschadigen. Ook kunnen hartkloppingen ontstaan en heeft de gebruiker een verhoogde kans op kanker. De damp die een roker van een e-sigaret uitademt kan effecten hebben op omstanders. Bij hen kunnen keel, neus en/of ogen licht geïrriteerd raken.



Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Snuss
-Nicotine is een giftige stof. Het is dé verslavende stof in tabak. Nicotine stimuleert de afgifte van adrenaline en prikkelt het zenuwstelsel
-Verhoogde hartslag/super alert
-Groot verslavingrisico
-28 kankerverwekkende stoffen

Slide 36 - Diapositive

Drugs hoort bij sommige feesten
A
eens
B
oneens

Slide 37 - Quiz

Ik vind dat er afspraken met mijn ouders moeten zijn over drank en drugsgebruik
A
eens
B
oneens

Slide 38 - Quiz

Ik heb weleens drugs gebruikt. (lachgas is ook drugs)
A
ja
B
nee

Slide 39 - Quiz

Ik heb weleens een sigaret gerookt.
A
ja
B
nee

Slide 40 - Quiz

Wat is blowen?
A
Blowen is het roken van sigaretten
B
Blowen is het roken van shag
C
Blowen is het snuiven van softdrugs
D
Blowen is het roken van softdrugs afkomstig van de hennepplant

Slide 41 - Quiz

Maak de grote drugs quiz!
link op volgende dia

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Lien