Voltooid deelwoord

DOEL

VOLTOOID DEELWOORD

- je kunt voltooide deelwoorden correct spellen



1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

DOEL

VOLTOOID DEELWOORD

- je kunt voltooide deelwoorden correct spellen



Slide 1 - Diapositive

VOLTOOID DEELWOORD

Je weet hoe je de persoonsvorm vindt en schrijft. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in het zin staan, bijvoorbeeld een VOLTOOID DEELWOORD (vd).


Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden.

Slide 2 - Diapositive

VOLTOOID DEELWOORD

VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland. 

pv= is

vd= geland


VB: Robin heeft geen straf gekregen.

pv=heeft

vd=gekregen

Slide 3 - Diapositive

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Karin is naar Zaandam verhuisd.

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Waarom heb jij hem geloofd?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.


Een voltooid deelwoord eindigt op:

  • -d
  • -t
  • -en

Slide 8 - Diapositive

voltooid deelwoord kort samengevat

Een een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t.

Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).

  • Ik heb gerend. (want rende)
  • Ik heb gefietst. (want fietste)
  • Ik heb gepakt. (want pakte)


Uiteraard kun je ook 't kofschip gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft.

Slide 9 - Diapositive

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord van een sterk werkwoord is makkelijker om te schrijven, maar misschien moeilijker om te onthouden.


  • gelopen
  • geslapen
  • bedrogen

Slide 10 - Diapositive

VOLTOOID DEELWOORD

Je kunt het schema gebruiken om te bepalen hoe je het voltooid deelwoord schrijft:

Slide 11 - Diapositive

Vul in:
snoepen
tt = _____, vt = _____, vd = _____

Slide 12 - Question ouverte

Vul in:
koken
tt = _____, vt = _____, vd = _____

Slide 13 - Question ouverte

Vul in:
stapelen
tt = _____, vt = _____, vd = _____

Slide 14 - Question ouverte

Vul in:
dammen
tt = _____, vt = _____, vd = _____

Slide 15 - Question ouverte

Mijn broertje heeft heel lang (geloven) dat spoken bestaan.

Slide 16 - Question ouverte

De gevallen soldaat werd (herdenken).

Slide 17 - Question ouverte

De broodjes in de kantine zijn altijd dik (beleggen).

Slide 18 - Question ouverte

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

'Wat gebeurt daar achter in de klas?' vroeg de docent.
_______
A
pv tt
B
vd

Slide 19 - Quiz

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Dat is nog nooit gebeurd!
_______
A
pv tt
B
vd

Slide 20 - Quiz

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Jeanine en Michelle ontvangen iedere week de Viva.
_________
A
pv tt
B
vd

Slide 21 - Quiz

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Ik heb een nieuwe boek besteld bij bol.com.
___
A
pv tt
B
vd

Slide 22 - Quiz

GELEERD?

VOLTOOID DEELWOORD

- je kunt voltooide deelwoorden correct spellen



Slide 23 - Diapositive