Les 3: Hanzesteden, hoofdsteden, wereldsteden en megasteden

steden
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

steden

Slide 1 - Diapositive

wat zijn kenmerken van een stad

Slide 2 - Carte mentale

Steden in alle soorten en maten
planning:
  • hanzesteden
  • soorten steden
  • steden in Amerika
  • steden in arme landen

Slide 3 - Diapositive

Beroepen in de steden
  • Boeren verkochten hun producten op de markten in de steden
  • Mensen konden voedsel kopen op de markt (hoefden het niet meer zelf te verbouwen)
  • Gingen ander werk doen, zoals leerbewerker, bierbrouwer, smid (ambachten)
  • Veel ambachtslieden gingen bij de stad wonen

Slide 4 - Diapositive

platteland en stad
handelaren en ambachtslieden gingen steeds vaker bij een markt wonen, zo groeiden marktplaatsen vaak uit tot steden.

Dit noemen we verstedelijking

Slide 5 - Diapositive

De geldeconomie:
vraag: wat iemand wil kopen.
aanbod: wat iemand wil verkopen.

Door de opkomst van de handel gingen mensen weer geld gebruiken. Elke stad, koning of hertog kon zijn eigen munten slaan. Hierdoor waren er geldwisselaars waar je munten kon ruilen. Ook ontstonden er in deze tijd banken.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Internationale handel
de Hanze: verbond tussen handelssteden aan de Oostzee en Noordzee.

- geen tol vragen aan elkaar.
- samen strijden tegen vijanden, zoals piraten.
- vorsten overhalen tot het beschermen van handelaren en om geen tol te heffen.


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Internationale Handel:
Noord- Europa: bont, vis, graan, textiel (laken) en zout.
Zuid- Europa: wijn, zout, zuidvruchten zoals dadels, parfum en specerijen.

Slide 10 - Diapositive

Wat was de Hanze?

Slide 11 - Question ouverte

Kenmerken hoofdstad

De hoofdstad van een land of provincie is een belangrijke stad waar vanuit (meestal) het land of de provincie wordt bestuurd.

Slide 12 - Diapositive

Megastad of wereldstad?

Een megastad heeft 10 miljoen inwoners of meer.

Een wereldstad hoeft niet héél groot te zijn, maar is belangrijk in de wereld.
maken opdracht 1 van hoofdsteden etc.

Slide 13 - Diapositive

Hoe dunner bevolkt een land is hoe sneller men spreekt van een stad in dat land
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Amsterdam is een goed voorbeeld van een hoofdstad, in Amsterdam zit namelijk de regering.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Steden in Arme landen groeien sneller dan in rijke landen dit komt door de kansen die er in de stad zijn
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

de Amerikaanse stad

Slide 17 - Diapositive

welke verschillen zie je?

Slide 18 - Carte mentale

Teken op A4
timer
1:00

Slide 19 - Diapositive

in welk deel van de stad vinden we de wolkenkrabbers?
A
Suburbs
B
aan de randen
C
in het CBD
D
in de woonwijken

Slide 20 - Quiz

wat voor mensen wonen in de suburbs

Slide 21 - Question ouverte

niet westerse steden

Slide 22 - Diapositive

2

Slide 23 - Vidéo

00:29
wat voor een stad is Lagos
A
wereldstad
B
megastad
C
hoofdstad
D
megastad en hoofdstad

Slide 24 - Quiz

04:31
wat valt je op aan het straatbeeld?

Slide 25 - Carte mentale

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

maken vragen 2, 3 en 4
5 minuten
timer
5:00

Slide 28 - Diapositive