week 3

week  3 
wat gaan we doen  ? 

  • uitleg opdracht 3 voor het fictiedossier: stripverhalen
  • voorbereiding toets morgen : proeftoets  

  • taakwerk controle ; schrift en parafenkaart  klaarleggen
  • taakwerk : 2 online taken werkwoord spelling
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

week  3 
wat gaan we doen  ? 

  • uitleg opdracht 3 voor het fictiedossier: stripverhalen
  • voorbereiding toets morgen : proeftoets  

  • taakwerk controle ; schrift en parafenkaart  klaarleggen
  • taakwerk : 2 online taken werkwoord spelling

Slide 1 - Diapositive

opdracht 3 van fictiedossier  
fictie : stripverhalen 
  • Wat is bijzonder aan stripverhalen/
  • Wat zijn verschillen met een boek ?
Filmpje             met 3 vragen: 
  1. Hoe oud is Donald Duck ? 
  2. Ziet Donald Duck er in de hele wereld hetzelfde uit? 
  3. Hoe herken je emoties bij Donald Duck ?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

opdracht 3 fictiedossier  
  1. Hoe oud is Donald Duck ? 
  2. Ziet Donald Duck er in de hele wereld hetzelfde uit? 
  3. Hoe herken je emoties bij Donald Duck ?

Slide 4 - Diapositive

Strips / Boeken 
Verschillen 
  • hoofdpersonen/ bijfiguren?
  • hebben ze karakters?   
  • gebruik van taal ?  

Slide 5 - Diapositive

0

Slide 6 - Vidéo

2.  De Toetsonderdelen 

  • woordenschat
  • grammatica : zinsdelen 
  • spelling  : los of  aanelkaar
                            : werkwoordspelling:  persoonsvorm tt en vt 

Slide 7 - Diapositive

Woordenschat
proeftoets 
5 minuten maken
5minuten nakiijken 
timer
10:00

Slide 8 - Diapositive

taakwerk week 3
  • 2 online toetsen werkwoordspelling , 
  • scores noteren 

Slide 9 - Diapositive

Ik heb nog veel te doen.
wg= ?
A
Ik
B
heb doen
C
heb
D
heb te doen

Slide 10 - Quiz

zinsdelen: ow, pv, wg, lv 
voorbeeld : 
Ik heb veel te doen.
  • pv: heb  
  • wwg: heb te doen
  • Let op: het woordje te voor een heel werkwoord hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde! 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien