V5 - Je m'engage

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Je m'engage

V5

Aujourd'hui

• Connaître le vocabulaire  thématique
• Savoir utiliser le pronom relatif

récolter

1. ophalen
2. inzamelen
3. bijeenbrengen
4. beschermen

l'environnement

1. de omgeving
2. het goede doel
3. het milieu
4. de bron

le gaspillage

1. de verspilling
2. de vervuiling
3. het scheiden
4. het opruimen

les déchets

1. de actievoerders
2. de vrijgevigheid
3. de droogte
4. het afval

émettre

1. beschermen
2. uitstoten
3. zorg dragen voor
4. besparen

de vrijwilliger

1. la volonté
2. le bénévole
3. l'association
4. la manifestation

vervuilen

1. faire le tri
2. économiser
3. détruire
4. polluer

gebruiken

1. utiliser
2. consommer
3. se servir de
4. employer

mee doen met

1. aider à
2. faire partie de
3. participer à
4. protéger

talrijk

1. beaucoup de
2. nombreux
3. plusieurs
4. très

la pollution

la déforestation

les déchets

la sécheresse

faire des dons

faire du recyclage

le bénévolat

protéger

Connectez les deux phrases:
Tu vas participer à la manifestation ? J’organise cette manifestation.

Connectez: Tu peux m’aider avec les banderoles. Je dois apporter les banderoles.

Connectez: On demande un autre salaire. On a parlé de ce salaire

Connectez: Ils doivent améliorer les conditions de travail. Elles sont mauvaises

Stappenplan

1. Zoek wel woord/zinsdeel terugkomt in beide zinnen.
2. Bepaal of je te maken hebt met een werkwoord gevolgd door "de".* 
3. Bepaal of het zinsdeel dat je gaat vervangen OW of LV is.
4. Kies qui/que.

*Is dit het geval? Noteer "dont" en sla stappen 3 en 4 over.

Op basis van deze quiz: hoe goed beheers je de lesstof van partie A?

0100