Verloskunde

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
MedischBeroepsopleiding

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ervaringen?

Slide 2 - Carte mentale

Vraag naar ervaringen (let op emotie)
Zijn er nog dingen waar we rekening mee moeten houden? (persoonlijk)
Hoeveel kennis en ervaring bezit jij over verloskunde?
1 = weinig kennis
10 = veel kennis
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 3 - Sondage

Bekijk wie in de groep al ervaring en kennis heeft en neem dit mee in les

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van de zwangere beviel in 2019 thuis?
A
8%
B
13%
C
26%
D
37%

Slide 6 - Quiz

https://www.perined.nl/onderwerpen/publicaties-perined/jaarboek-zorg

Hoeveel % van de ambulanceritten is verloskundig van aard?
A
1%
B
5%
C
15%
D
25%

Slide 7 - Quiz

slechts 1 %
Een verloskundige maakt hooguit 1 keer in de 5 jaar een reanimatie van een neonaat mee

Mevr Dubois is 27 weken zwanger. Ze blijkt 9 cm ontsluiting te hebben. De verpleegkundige belt een ambulance en stuurt haar in.
Is het wel of niet gebruikelijk dat de verloskundige mee gaat in de ambulance?
WEL gebruikelijk
NIET Gebruikelijk

Slide 8 - Sondage

Laat studenten beargumenteren wanneer verloskundige mee gaat en wanneer niet
Verloskundige mee als;
- Binnen de tijd van het vervoer het kind geboren kan worden
- Optreden van complicaties welke niet door de AVP behandeld kunnen worden
- Onbekwaamheid AVP
Het is zeker niet voor iedereen gebruikelijk

Stelling:
Wanneer een zwangere om wat voor reden dan ook 112 belt, is het verstandig om de zwangere ter controle aan te bieden in het ziekenhuis?
Eens
Oneens

Slide 9 - Sondage

Laat studenten beargumenteren wanneer wel of niet
Niet altijd nodig, afhankelijk van situatie
Soms kan ook bijvoorbeeld verloskundige in consult komen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil
tussen een
embryo en een foetus?

Slide 11 - Question ouverte

Er wordt gesproken van een embryo als de bevruchting heeft plaatsgevonden tot en met de week 10. In feite is aan het eind van de embryonale fase de baby in aanleg al helemaal ‘af’. Vanaf week 11 zijn de belangrijkste dingen die nu nog moeten gebeuren, het groter en zwaarder worden, en de organen en alle andere functies worden verder verfijnd.

Slide 12 - Diapositive

De duur van een zwangerschap wordt professioneel uitgedrukt in weken/dagen en niet in maanden. Bijvoorbeeld 28/3 (28 weken en 3 dagen). Spreek je over aantal zwangerschappen en bevallingen dan spreekt men over 2 Gravida/1 para (dit houdt in dat er 2 zwangerschappen zijn en 1 bevalling) Onder partus wordt verstaan het einde van een zwangerschap die tenminste 16 complete weken (na de eerste dag van de laatste menstruatie) heeft geduurd. Het geboorteproces van een meerling telt daarbij voor één.

Vanaf ongeveer een week of 12 zal de baby boven de bekkenkam uitgroeien en wordt daardoor meer kwetsbaar. Om de baby te beschermen zal het volume van het vruchtwater toe nemen naarmate de zwangerschap vordert. Op 16 weken bedraagt het volume vruchtwater 150 ml, na 7 maanden 1000 tot 1500 ml. Daarna zal het vruchtwater verminderen.

In welk trimester zit een vrouw die 27 weken zwanger is?
A
1e trimester
B
2e trimester
C
3e trimester
D
4e trimester

Slide 13 - Quiz

1e trimester van 1 tot en met 12 weken
2e trimester van 12 tot en met 26 weken
3e trimester van 27 tot en met 42 weken

Slide 14 - Diapositive

Veranderingen wanneer de groei toeneemt;
* Verandering zwaartepunt 
> herbalans zoeken door andere houding
> mogelijk ontstaan rug en                               bekkenklachten
* Minder ruimte voor maag en darmen
 > Kleinere opnamecapaciteit voedsel
 > Maagzuur
 > obstipatie
* Meer druk op blaas > vaak urineren
* Belemmering diafragma > invloed op B

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedstroom richting placenta
Bloedstroom richting 
baby
Navelstreng ader
Navelstreng slagader

Slide 16 - Question de remorquage

Umbilicalis 50 cm 2 cm doorsnee
2 slagaders arteria umbilicalis
1 ader vena umbilicalis
Gelei van Wharton geeft bescherming
Onderdeel van foetale bloedsomloop

Slide 17 - Diapositive

* Placenta uit 2 delen > Embryonale deel
             > Maternale deel
* Gescheiden bloedsomloop anders mogelijk fatale gevolgen bij 2 verschillende bloedgroepen.
* Uitwisseling stoffen, veel schadelijke stoffen tegen gehouden maar bijvoorbeeld niet nicotine en ethanol > kans op groeiachterstand
* Hormoon progesteron houdt zwangerschap in stand
* HPL (humaan placentair lactogeen hormoon) wordt geproduceerd door de placenta en is vanaf vier weken zwangerschap aanwezig Het voorkomt dat je lichaam de zwangerschap uitstoot, het niet ziet als een vreemd voorwerp
* Oestrogeen zorgt dat eierstok niet actief is en zorgt voor melkproductie
https://www.demamagids.nl/navelstreng-laten-uitkloppen-voordelen/

Slide 18 - Diapositive

Controleer of het vlies compleet is. Als een deel van het vlies ontbreekt dan vergrote kans op fluxus post partum.

Slide 19 - Diapositive

De bevalling
90% start met weeën
10% start met breken van de vliezen

Latente fase 0-4 cm ontsluiting
actieve fase 4-10 cm ontsluiting

uitdrijvingsfase = periode na ontsluitingsfase waarbij d.m.v. uterus contracties en abdominale drukverhoging de foetus geboren wordt

Slide 20 - Diapositive

Veel verschillende baringshoudingen. Laat de vrouw het liefst gaan liggen als je bij een partus zonder verloskundige uitkomt = veiligste houding en beste zicht. Haal in ieder geval vrouw van de WC af.

Slide 21 - Diapositive

https://verloskundigen101.nl/wp-content/uploads/2020/06/inwendige-spildraai.png
De spildraai
eerst inwendig en dan uitwendig
Draai gaat vanzelf, niet meehelpen. Blijf van de baby af, vang hem alleen op

Slide 22 - Vidéo

https://www.youtube.com/watch?v=duPxBXN4qMg

Slide 23 - Diapositive

Deuren en ramen sluiten
Verwarming omhoog
Bel verloskundige
Handdoeken
Partus set klaar leggen
Laat vrouw gaan liggen
Laat vrouw mee laten persen tijdens perswee
Bij geboorte hoofd doorzuchten
Check omstrengeling hoofd door navelstreng (later vandaag komt omstrengeling aan bod en wat je kan doen)
Natuurlijk verloop spildraai (raak baby niet aan tot schouders geboren)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Vang baby op
plaats op buik/borst moeder
Droog de baby af
Dek toe onder droge doeken (celstof matje)
Zet mutsje op
Noteer tijdstip geboorte
Bepaal APGAR score
Vraag: wat bepaal je met de APGAR score?

Wat bepaal je met APGAR score?

Slide 26 - Question ouverte

Wat bepaal je met de APGAR score?
  • Ademhaling komt bij de meeste baby  30 seconden na de geboorte op gang
  • Hartfreq normaal rond 130 (110-160)
  • Spierspanning
  • Aspect/kleur > note bijna alle pasgeborene zijn cyanotisch direct na de geboorte
  • Reactie op prikkels 
APGAR is geen afkorting maar de naam van de degene die de score verzonnen heeft; Virginia Apgar

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer bepaal je de APGAR score?

Slide 28 - Question ouverte

Na 1-5-10 min

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer navel je af bij een ongecompliceerde bevalling?

Slide 30 - Question ouverte

Later afnavelen is beter, navelstreng eerst uit laten kloppen (ongeveer 3 min) is mortaliteit verlagend
Afnavelen in principe 10 cm bij slecht kind langer afnavelen.
DE VOOR- EN NADELEN VAN HET LATEN UITKLOPPEN VAN DE NAVELSTRENG
VOORDELEN VAN LAAT ‘AFNAVELEN’ (HET KLEMMETJE PLAATSEN OP DE NAVELSTRENG)
Je kindje krijgt meer rode bloedlichaampjes – iets dat zeker voordelig kan zijn bij kinderen die te vroeg geboren worden en bij kinderen wiens moeder ondervoed was tijdens de zwangerschap. Zo kan een eventueel ijzertekort worden voorkomen.
Via de navelstreng krijgt je kindje zijn eigen stamcellen binnen.
Na de geboorte blijft alles rustig, wat een prettigere geboorte voor je baby zou kunnen opleveren. Alles op zijn tijd; je lijf regelt zelf dat de hartslag in de navelstreng stopt en daarna kan je hem doorknippen.
ZIJN ER OOK NADELEN?
Gemiddeld zien kinderen sneller geel na de geboorte.
ALTERNATIEF: DE NAVELSTRENG HELEMAAL NIET KNIPPEN (LOTUSBEVALLING)
WAT IS EEN LOTUSBEVALLING?
Je kan er ook voor kiezen om de navelstreng helemaal niet te (laten) knippen: de lotusbevalling, een ontwikkeling die steeds iets vaker voorkomt in Nederland. In dat geval blijft de baby dus net zolang verbonden met de placenta tot de navelstreng er vanaf valt.

Slide 31 - Lien

Kahoot
Log in en deel de pin met de studenten

Slide 32 - Diapositive

Groep verdelen in 2 
per groep casuïstiek ongecompliceerde partus met lotus
2x 15 minuten

 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Lien

Padlet
Je krijgt een Link naar de padlet
Laat student in padlet aangeven of de leerdoelen behaalt zijn en de werkvorm evalueren