vragen over 5.1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

HAVO 3

Oefenvragen Hoofdstuk 5.1 

Chicago ligt aan

1. Lake superior
2. Lake Michigan
3. Lake Huron
4. Lake Erie

De stad Chicago heeft

1. een landklimaat met warme zomers en koude winters
2. een landklimaat met koele zomers en zachte winters
3. een zeeklimaat met warme zomers en koude winters
4. een zeeklimaat met koele zomers en zachte winters

Een stad met daaraan vastgegroeide voorsteden en dorpen

1. Getto
2. Centrale stad
3. Agglomeratie
4. Leefbaarheid

Heel arme etnische wijk

1. Urban sprawl
2. centrale stad
3. Getto
4. agglomeratie

De enorme verspreiding van voorsteden over het omringende platteland

1. agglomeratie
2. centrale stad
3. urban sprawl
4. getto

Afro-Amerikanen en hispanics hebben gemiddeld een lager inkomen dan Anglo-Amerikanen in Chicago

1. juist
2. onjuist

Wat zie je op deze foto (vooraan)?

1. centrale stad
2. suburb
3. downtown
4. edge city

Van binnen naar buiten bestaat een Amerikaanse stad uit

1. CBD, centrale stad, suburbs
2. Centrale stad, downtown, suburbs
3. stadscentrum, CBD, downtown
4. suburbs, centrale stad, downtown

Het gemiddelde inkomen is het hoogste in

1. de gele wijken
2. de rode wijken
3. de blauwe wijken

In de rode stadsdelen
wonen vooral

1. blanke mensen
2. Afro-Amerikanen
3. Hispanics
4. Anglo-Amerikanen

Suburbanisatie kwam in de VS op gang rond

1. 1900
2. 1950
3. 1980
4. 2000

Suburbanisatie werd mogelijk door

1. de opkomst van de stoomtrein
2. de opkomst van de auto
3. de grote hoeveelheid ruimte in de VS
4. de oprichting van suburbs

In Chicago is sprake van zowel maatschappelijke als ruimtelijke segregatie

1. juist
2. onjuist

In de VS is er een grote urban sprawl

1. juist
2. onjuist

In de suburbs wonen vooral

1. Anglo-Amerikanen
2. Hispanics
3. Afro-Amerikanen
4. alle groepen wonen er in ongeveer gelijke mate

Door welke natuurlijke factor wijkt de vorm van de stad Chicago af van het Amerikaanse stadsmodel

Waarover wil je nog extra uitleg?