les 1

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom

Mobiel uitzetten en in de tas doen.

Rustig op je eigen plek gaan zitten.

Je schrift en etui op tafel leggen.

Je laptop nog even in je tas laten zitten.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

Startvraag.

Als je alle rode bloedcellen van een gemiddeld mens naast elkaar zou kunnen leggen, hoe vaak kun je dan rond de aarde (bij de evenaar) met de hele lijn. 

 

Verder deze les

Terugblik toets voeding.   

Uitleg nieuwe doelen.   

Opdrachten maken.   

Afsluiten; antwoord op de startvraag en hoe is het deze les gegaan? 

De toets.

Welke vragen had je niet verwacht?

Opmerkingen/vragen over deze toets.

Wat heb je hiervan geleerd ten aanzien van de voorbereiding op een volgende bio toets?

Thema 3 Bloedsomloop

Waar gaat dit hoofdstuk zoal over?

Welke functie(s)  heeft de bloedsomloop zoal? 
(Schematische tekening maken)

De leerdoelen voor deze week: 

-Je moet de bestanddelen van bloed kunnen noemen met hun kenmerken en functies. 

-Je moet in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en grote bloedsomloop kunnen onderscheiden met hun functies. 

Vandaag uitleg over het 1e leerdoel en volgende les het 2e doel.

Let op verschil bloedplasma en serum!
(serum bevat geen stollingseiwit/fibrinogeen)

Bloedplaatjes

Vorm: geen vaste vorm
(uiteengevallen cellen).
Celkern: Nee
Functie:

- Zorgen voor bloedstolling

Genezing wondje

Gebeurt met bloedplaatjes en stollingseiwitten zoals fibrinogeen. 

Er ontstaat een reactie waarbij fibrinedraden gevormd worden.

Bloedplaatjes

Rode bloedcellen

Witte bloedcellen

Bloedstolling

Afweer

Zuurstof vervoeren

Hemoglobine

Fibrinogeen

Aan de slag met de studiewijzer

Leerdoelen:

-Je moet de bestanddelen van bloed kunnen noemen met hun kenmerken en functies. 

-Je moet in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en grote bloedsomloop kunnen onderscheiden met hun functies. 

Kun je bereiken door:

-De tekst van Basisstof 1 en 2 te lezen/bestuderen. 

-Van Basisstof 1 opdracht 1 t/m 6 en van Basisstof 2 opdracht 8 en 9 te maken.  

-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   

-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.

Afsluiting.

Hoe ver ben je gekomen? 

Samenvatten van deze les. 

Feedback geven en vragen. 

Ga je thuis nog wat doen om de doelen te bereiken? Zo ja, wat?

Antwoord op de startvraag?

De startvraag.

Vraag: Als je alle rode bloedcellen van een gemiddeld mens naast elkaar zou kunnen leggen, hoe vaak kun je dan rond de aarde (bij de evenaar) met de hele lijn 

 

Antwoord: Een rode bloedcel is tussen de 0,007 en 0,008 mm groot. Een mens heeft 30 x 10^12 rode bloedcellen. Als je ze allemaal achter elkaar legt dan kom je op 225.000 km uit. De aarde heeft een omtrek van 40.075 km. Dus: 5,6 keer!

Genoteerd wat je thuis gaat doen?  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.