EHBO MOTA les 12 Hypo/Hyper


Diabetes Mellitus
Botbreuk
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EHBOVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Diabetes Mellitus
Botbreuk

Slide 1 - Diapositive

Diabetes Mellitus










Diabetes Mellitus 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Diabetes type 1 en 2
  • Type 1:  insuline afhankelijke diabetes = auto-immuunziekte. Geen insulineproductie.

  • Type 2:  insuline onafhankelijke diabetes. 
Insulineproductie is verstoord.
(ook wel ouderdomsdiabetes)


Slide 4 - Diapositive

Oorzaken en beïnvloedende factoren
  • Zwaarlijvigheid (obesitas)
  • Ziektes alvleesklier = auto-immuunziekte
  • Leeftijd
  • Erfelijkheid
  • Zwangerschap
  • Roken
  • Zware operaties (tijdelijk)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Hoge of lage bloedsuiker

Hyperglykemie = te hoog
Hypoglykemie = te laag

Slide 7 - Diapositive

Hyper (hoog)
  • veel urineren
  • veel dorst hebben en houden
  • vermoeid zijn 
  • plotselinge humeurigheid, snel   boos worden
  • misselijk zijn of overgeven
  • alles voelt vervelend

Slide 8 - Diapositive

Wat doe je?
Laat iemand veel water drinken
Lichaamsbeweging helpt ook
Laat het na 10 minuten nog eens nameten

Gaat de toestand van iemand achteruit, of raakt iemand bewusteloos, bel 112

Slide 9 - Diapositive

Oorzaken hyper?
  • Verkeerde dosering insuline
  • Te veel voeding
  • Stress
  • Koorts
  • Medicatie (b.v. prednisolon)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Hypo (laag)
  • zweten
  • trillen
  • duizelig zijn
  • plotseling wisselend humeur 
     (b.v. opeens geïrriteerd, boos) 
  • ongeconcentreerd zijn
  • hoofdpijn
  • moe zijn
  • hongerig zijn

Slide 12 - Diapositive

Oorzaken hypo?
  • Te veel insuline
  • Verkeerde tijde insuline genomen
  • Te weinig gegeten
  • Braken
  • Alcohol
  • Stress
  • Infecties

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat doe je?
Aanspreekbaar:
* Geef iemand suiker (frisdrank/ suikertablet)
* Geef iemand na 10 minuten koolhydraten, zoals een boterham
* Laat het na een half uur opnieuw meten

Bel de huisarts als het niet lukt iemand te laten eten of drinken

Slide 15 - Diapositive

Niet aanspreekbaar
* Bel 112

Slide 16 - Diapositive