P2 K3 S15

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen

2VE P2 Stunde 16

Letzte Stunde:  

Grammatik:
der/die/das + Plural

+ Hausaufgaben gemacht 

Lernziele Heute  

Am Ender dieser Stunde:

1) Weiss ich was mit den Aufgabenumschreibungen gemeint ist
2) Habe ich meine Hausaufgaben besprochen 

3) Habe ich über meinem Studenplan gesprochen

4) Habe ich Wortschatz geübt

Hausaufgaben 

Was bedeutet?   - uitmuntend.de

unterstrichenen / unterstreichen

Farbe

Artikel

Personalpronomen
ergänzen 
Substantive
Plural / Singular 

Hausaufgaben 

15 Minuten Zeit:

- Machen Hausaufgaben 20-30

- Machen Stundenplan Aufgabe 9

Fertig?

Lernen für die Prüfung

Hausaufgaben

Gemaakt voor vandaag Aufg 20-30

Welke opgave vond je moeilijk? Vergelijk de antwoorden met je tafelgenoten.

Als je tafelgenoot het wel begreep, vraag hem/haar om uitleg.

Check eventueel de filmpjes op classroom met uitleg, misschien vind je het antwoord daar.

Begrijpen jullie het allemaal niet, zet dan de vraag

 in de grabbelton op classroom. 

We bespreken de grabbelton morgen. 

5 minuten de tijd hiervoor. Klaar?

 Maak je Stundenplan af (zometeen nodig), je Wortschatz oefeningen/leren wrts

Stundenplan

Nimmt euren Stundenplan (Aufg 9)

Und die Sprachmittel (S.86)

Ihr spricht über eure Stundenpläne in eure Tischgruppen.

Was möchtest du wissen über die Stundenpläne deiner Mitschüler? 

Fange an mit ein Tag: also zB: ihr spircht über der Lieblingstag von Person 1, danach über der Lieblingstag von Person 2.
Benutze die Sprachmittel.

8 Minuten

Stundenplan

Let op: we gaan nu het Stundenplan klassikaal bespreken. 
Ik ga (expres) fouten maken. 
Herken je de fout? Steek je hand digitaal op.

Stundenplan

Montag

Dienstag

Mittwoch

Donnerstag

Freitag

Samstag

Sonntag

Wortschatz

Quizlet

Ga naar quizlet.live

code: MZB - FJ6

Hausaufgaben

Für Dienstag: Probeprüfung vorbereiten

Fragen Grabbelton in Classroom

Machen:  Aufg 31, Aufg. 16, 17, 18

Mittwoch Prüfung K3 
Wortschatz: N-D / D-N  S. 96
D-N S. 97

Grammatik S. 98 / Sprachmittel S.99 

Plural =

1. Meervoud
2. Enkelvoud
3. Pleuren
4. Werkwoord

ergänzen =

1. Er zijn ganzen
2. Opschrijven
3. Invullen
4. Onderstrepen

Mein Lieblingstag wahrend der Woche

Montag

Diestag

Mittwoch

Donnerstag

Freitag