Quiz communicatie Gedragsverandering, assertiviteit en identiteit

Quiz communicatie Gedragsverandering, assertiviteit en identiteit
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Quiz communicatie Gedragsverandering, assertiviteit en identiteit

Slide 1 - Diapositive

Je karaktereigenschappen zijn aangeboren
A
Ja en ze kunnen niet veranderen
B
Nee, deze ontwikkel je pas tijdens de adolescentie
C
Nee
D
Ja, maar ook opvoeding heeft hier invloed op

Slide 2 - Quiz

Welk kenmerk horen niet bij een introvert persoon
A
De introverte persoon is graag alleen. Hij kan zichzelf prima vermaken en haalt zijn energie uit zichzelf
B
Hij werkt graag zelfstandig en mijdt het liefst groepsopdrachten
C
Hij neemt snel besluiten.
D
Hij denkt na voor hij iets zegt.

Slide 3 - Quiz

Wat is de omschrijving van 'jouw identiteit'
A
Identiteit is hoe je jezelf ervaart en hoe je in het leven staat
B
Identiteit is jouw karaktereigenschappen
C
Identiteit is jouw persoonlijkheidstrekken
D
Jouw identiteit zijn jouw persoonlijkheidstrekken

Slide 4 - Quiz

Wanneer is er sprake van een 'ideaalbeeld'
A
Jouw zelfbeeld is positief
B
Jouw zelfbeeld is negatief
C
Je hebt geen zelfbeeld
D
Het beeld wat een ander van jou heeft.

Slide 5 - Quiz

Wat zijn waarden?
A
Gedragsregels
B
Richtlijnen die je vertellen hoe je met elkaar omgaat
C
Omschrijving van jouw identiteit
D
Waarden zijn gemeenschappelijke opvattingen van een groep mensen

Slide 6 - Quiz

Welke factor heeft geen invloed op de ontwikkeling van je persoonlijkheid
A
Aanleg
B
Leeftijd
C
Omstandigheden
D
Zelfbepaling

Slide 7 - Quiz

Wat is een kenmerk van assertief reageren?
A
eerst afwachten wat anderen vinden
B
de eigen mening net zo belangrijk vinden als die van anderen
C
met stemverheffing spreken, een beschuldigende toon, schreeuwen.
D
conflicten uit de weg gaan

Slide 8 - Quiz

Wat kan je inzetten om je grenzen aan te geven?
A
Gebruik de ik-boodschap als je je grenzen aangeeft
B
Maak gebruik van de mogelijkheden die je werkgever biedt
C
Neem je gevoelens serieus en handel ernaar.
D
Bespreek het gedrag met iemand die je vertrouwt

Slide 9 - Quiz

Welke aspecten zijn bepalend voor het slagen van gedragsverandering
A
de motivatie voor gedragsverandering
B
De slaapplek van de cliënt
C
Hoe oud de cliënt is
D
de omgeving

Slide 10 - Quiz

Wat is geen uitgangspunt voor gedragsverandering
A
Heeft de cliënt in het verleden soortgelijk gedrag vertoont?
B
Is de cliënt fysiek en psychisch in staat om de gedragsverandering door te voeren?
C
Heeft de cliënt een steunende omgeving?
D
Heeft de cliënt voldoende vaardigheden om het nieuwe gedrag in te zetten

Slide 11 - Quiz