A0 - A1 - De hoofdzin

Zinnen maken
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Zinnen maken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zinnen maken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zinnen maken - de hoofdzin (1)
1.  Wie of wat + (eerste) werkwoord + rest             +     (2e) werkwoord
      Piet              +        loopt                       + naar school         
      Piet              +        gaat                         + morgen     +       werken

             

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zinnen maken - de hoofdzin (2)
2. Wie of wat + werkwoord + rest = tijd en/of plaats
      Piet + woont + in Nederland
      Piet + woont + al 10 jaar in Nederland.    

           

Slide 4 - Diapositive

- het eerste werkwoord staat altijd op de 2e plaats

- de rest van de zin op de 3e plaats.

- de tijd staat vaak voor de plaats!
Zinnen maken - de hoofdzin (3)
2. Wie of wat + werkwoord + rest = tijd, wie of wat en plaats
      Piet        + koopt             +              morgen een boek in Enschede
      Piet          + leert               +                                Nederlands op school  

           

Slide 5 - Diapositive

- het eerste werkwoord staat altijd op de 2e plaats

- de rest van de zin op de 3e plaats.

- de tijd staat vaak voor de plaats!

- wie of wat (3) staat vaak na de tijd en voor de plaats!
REST
= tijd
= met wie of wat
= plaats 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zinnen maken
Jullie gaan nu zelf zinnen maken! 

Succes;-)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik..............(gaan) nu naar ............

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn broer..........(wonen) in .........

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De leerlingen...........

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De docent.......

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het jongetje........

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De vrouw.......

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Strookjes: zinnen maken
Je krijgt van de docent een aantal strookjes. Maak strookjes van de zinnen. Gebruik drie strookjes per zin.

wie/wat + werkwoord +rest

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak een wisbordje

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is goed?

A
De jongen werkt bij Albert Heijn
B
Albert Heijn werkt de jongen
C
De jongen werken Albert Heijn

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is goed?

A
Ga naar school ik
B
Naar school ik ga
C
Ik ga naar school

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is goed?

A
Hij lief is.
B
Hij is lief.
C
Is lief hij

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is goed?

A
De vrouw brood bakt
B
De vrouw bakt brood
C
Brood bakt de vrouw

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is goed?

A
Het meisje in de speelt speeltuin
B
Het meisje speeltuin in speelt
C
Het meisje speelt in de speeltuin.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is goed?

A
Ik ga naar de bioscoop
B
Naar de bioscoop ik ga
C
Bioscoop naar ik ga

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions