Havo3 - 3.2 Verwarmen

Goedemiddag allemaal
Neem blz 138 voor!
A
Goedemiddag!
B
Hallo mevrouw
C
Hoi juf
D
Haai🦈
1 / 30
suivant
Slide 1: Quiz
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Goedemiddag allemaal
Neem blz 138 voor!
A
Goedemiddag!
B
Hallo mevrouw
C
Hoi juf
D
Haai🦈

Slide 1 - Quiz

Hoe veel zin heb je vandaag:
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Herhaling
Hoofdstuk 4, Energie
Paragraaf 1+2

Slide 3 - Diapositive

Elektrische warmte bronnen

Slide 4 - Diapositive

Chemische warmtebronnen

Slide 5 - Diapositive

Energie kun je omzetten in een andere vorm
  • licht 
  • geluid
  • warmte 
  • elektriciteit 
  • beweging
  • chemische energie
     Bij energie omzettingen gaat nooit energie verloren, dit is
    WET VAN BEHOUD VAN ENERGIE
Energie bestaat in
verschillende vormen
 

Slide 6 - Diapositive

Wet van behoud van energie
Alle energie blijft ergens. 
Het verdwijnt niet. 
Het wordt alleen omgezet in een andere energievorm. Meestal is deze "afval" energie een vorm van warmte. 

Slide 7 - Diapositive

Energievormen
  • Chemische energie; in brandstof of bijv. batterij/accu

  • Bewegingsenergie;  een vorm van energie die een bewegend lichaam heeft
  • Zwaarte-energie; voorwerpen op hoogte worden aangetrokken door de zwaartekracht
  • Stralingsenergie; energie van de zon of lamp
  • Elektrische energie; de energie afkomstig uit spanningsbronnen zoals het stopcontact, batterij en dynamo.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Energiestroomdiagram

Slide 10 - Diapositive

Er gaat vijf keer minder energie in, maar de lamp geeft toch evenveel licht. 

Slide 11 - Diapositive

Energiestroomdiagram

Slide 12 - Diapositive

Een energiestroomdiagram is een diagram waarin je afleest...
A
hoeveel stroom een apparaat gebruikt
B
hoeveel energie een apparaat gebruikt
C
hoeveel stroom er bij een bepaalde energie nodig is
D
wat de energieomzetting in een apparaat is

Slide 13 - Quiz

Bij welke energiebron hoort de energieomzetting
Licht --> elektrische energie
A
Aardgas
B
Biomassa
C
Atoomsplijting
D
Zon

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Vervolg
Warmte, energie en soortelijke warmte

Slide 16 - Diapositive

Warmte en temperatuur
Temperatuur stijging -> gemiddelde snelheid van de moleculen neemt toe
De temperatuur is dus een maat voor de gemiddelde snelheid van de moleculen
De warmte die het water opneemt wordt gebruikt om de watermoleculen sneller te laten bewegen, ze hebben meer bewegingsenergie

Slide 17 - Diapositive

Energie
                                                    E = P x t
E = energieverbruik in Joule (J) = geproduceerde hoeveelheid warmte
P = vermogen in Watt (W);Het vermogen geeft aan hoeveel energie er per seconde wordt omgezet.
t = tijd in seconden (s)

Slide 18 - Diapositive

Warmtemeter
  • Met een warmtemeter kun je meten hoeveel warmte nodig is voor het verwarmen van bepaalde hoeveelheid water.
  • Een warmtemeter is goed 
       geïsoleerd, dus alle energie 
       wordt omgezet in warmte.
  • Bekijk voorbeeldopgave 1.

Slide 19 - Diapositive

             Voorbeeld 1 

Slide 20 - Diapositive

Soortelijke warmte
De soortelijke warmte van een stof is de hoeveelheid energie wat nodig is om 1 gram van een stof met 1 graad omhoog te laten stijgen.

Van water is dat 
Het symbool is c (kleine letter)
Dit is een stofeigenschap.
4,2Jg0C
/

Slide 21 - Diapositive

c = SOORTELIJKE WARMTE

Slide 22 - Diapositive

Warmte en temperatuur

Warmte is energie die van een hoge naar een lage temperatuur stroomt.

De hoeveelheid energie (warmte) die je nodig hebt om een stof te verwarmen is afhankelijk van drie factoren:

  1. De temperatuursverandering
  2. De hoeveelheid stof
  3. De soort stof (soortelijke warmte)


Slide 23 - Diapositive

Rekenen met (soortelijke) warmte

Formule :   Q = m x c x ΔT
Q = warmte in Joule (J)
c = soortelijke warmte (J/g.oC)
m = massa in gram (g)
ΔT= temperatuurstijging: = Teind - Tbegin (oC)

Slide 24 - Diapositive

Een waterkoker heeft een vermogen van 1,5 kW. Bereken hoeveel warmte deze afgeeft als hij 2,0 minuten aanstaat.

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Huiswerk
Leren en maken vraag 4 t/m 8 van H 3.2

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo