Grammatica - blok 4 - les 4.5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

theorie

We lezen eerst samen de theorie op blz. 41 en 42

Let eerst op de buitenkant kenmerken: welke woorden vallen op?

13.45uur

13.50uur werkblad bespreken

13.55uur Lessonup (15 min.)

14.10uur Grammatica Blok 4

14.25uur Evaluatie

• Ga rustig zitten
• Ipad dicht op tafel
• Blad doorlezen

Grammatica blok 4

Na deze paragraaf:

• kun je het bouwplan van een zin maken;
  
• kun je een zin in zinsdelen verdelen;
  
• kun je het onderwerp van een zin benoemen;
  
• kun je de getalproef toepassen.

edition.thiememeulenhoff.nl

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Wat is het werkwoordelijk in deze zin?

Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoeveel geld heb jij gespaard?

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Hoeveel geld heb jij gespaard?

Doel van de les

• Ik kan het onderwerp vinden in een zin
• Ik kan de getalproef gebruiken om het onderwerp te vinden

1. Zoek het werkwoordelijk gezegde in de zin 

2. stel de vraag:

wie/wat + werkwoordelijk gezegde?

Getalproef

Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar. 

Ze zijn allebei enkelvoud of allebei meervoud

Om het onderwerp te vinden, kun je de getalproef gebruiken. 

Je verandert de persoonsvorm van enkelvoud in meervoud. 

Het onderwerp verandert mee.

Zoek het wwg = pv + andere ww

• Joop/ heeft / gisteren / voetbaltraining / gehad.
• Joop/ heeft / gisteren / voetbaltraining / gehad.
•               pv+wwg                                                        wwg
• onderwerp = wie/wat heeft gehad?
• onderwerp = Joop
•  Joop/ heeft / gisteren / voetbaltraining / gehad.

Wat is het onderwerp in de volgende zin?

De muizen dansen op de tafel.

1. dansen
2. tafel
3. muizen
4. de muizen

Wat is het onderwerp in de volgende zin?

Mijn nieuwe jurk is groen met blauw.

1. is
2. groen met blauw
3. mijn nieuwe jurk
4. jurk

Wat is het onderwerp in de volgende zin?

Mijn nieuwe jurk is groen met blauw.

1. is
2. groen met blauw
3. mijn nieuwe jurk
4. jurk

Wat is het onderwerp in de volgende zin?

De hond en de kat eten lekkere brokjes

1. lekkere brokjes
2. de hond en de kat
3. de hond
4. eten

Maken Grammatica - blok 4 

Klaar??

Grammatica Blok 3&4 bijspijkeren

Na deze paragraaf:

• kun je een zin in zinsdelen verdelen;
  
• kun je het onderwerp van een zin benoemen;
  
• kun je de getalproef toepassen.

getalproef

• De sporter rent hard.