Woorden

Woorden
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woorden

Slide 1 - Diapositive

Groen les 5

Slide 2 - Diapositive

Type hier een titel
Brutaal
Onbeleefd of iets zeggen zonder respect.


Voorbeeldzin: De ruziemaker was brutaal tegen Lisa.

Slide 3 - Diapositive

Type hier een titel
Pas
Nog niet zolang geleden



Voorbeeldzin: Lisa kwam pas net op school aan.

Slide 4 - Diapositive

Type hier een titel
De ruziemaker
Iemand die vaak ruzie zoekt.



Voorbeeldzin: De ruziemaker schold haar uit.

Slide 5 - Diapositive

Type hier een titel
Verschillend
Niet hetzelfde, anders.



Voorbeeldzin: Iedereen is verschillend, en dat is oké.

Slide 6 - Diapositive

Type hier een titel
Vervelend
Niet leuk of lastig.


Voorbeeldzin: Ze vond het vervelend dat ze te laat

Slide 7 - Diapositive

Type hier een titel
Vervolgens
Na iets anders


Voorbeeldzin: Vervolgens leerde ze dat iedereen verschillend .

Slide 8 - Diapositive

Type hier een titel
Uitschelden
Slechte woorden tegen iemand zeggen.


Voorbeeldzin: De pester schold haar uit.

Slide 9 - Diapositive

Type hier een titel
Vergeten
Iets niet meer weten


Voorbeeldzin: Ik ben mijn huiswerk vergeten.

Slide 10 - Diapositive

Flauw
Uitleg: Niet leuk of kinderachtig.


Voorbeeldzin: De jongen maakte een flauwe grap over Sara’s bril.

Slide 11 - Diapositive

Daarna
Uitleg: Na dat moment.



Voorbeeldzin: Daarna ging de juf met de kinderen praten.

Slide 12 - Diapositive

Eenvoudig
Uitleg: Makkelijk, niet moeilijk.


Voorbeeldzin: De juf bedacht een eenvoudige manier om elkaar beter te begrijpen.

Slide 13 - Diapositive

Gillen
Uitleg: Heel hard schreeuwen of roepen.


Voorbeeldzin: Plotseling begon de jongen te gillen.

Slide 14 - Diapositive

De grap
Uitleg: Iets zeggen of doen om mensen te laten lachen.



Voorbeeldzin: Hij zei dat het maar een grap was.

Slide 15 - Diapositive

Plotseling
Uitleg: Heel snel en onverwacht.


Voorbeeldzin: Plotseling begon de jongen te gillen.

Slide 16 - Diapositive

De pester
Uitleg: Iemand die anderen expres pijn doet of ruzie maakt


Voorbeeldzin: De vriendin sprak de pester aan.


Slide 17 - Diapositive