RS vertrouwen zonder zien (22 jan '23)

vertrouwen zonder zien
Welkom bij ...
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ZondagsschoolBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

vertrouwen zonder zien
Welkom bij ...

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

ik ga op reis en ik neem mee:
  • 3 groepen
  • Kijk 5 sec naar de spullen onder de deken
  • onthou wat je ziet
  • noem een voorwerp dat je gezien hebt
  • Goed? Ieder team mag er 1 pakken (1 team heeft dan niets)
  • Welk team heeft aan het eind de meeste spullen in bezit en gaat het best voorbereid op reis?

Slide 3 - Diapositive

Abram gaat op reis (Genesis 12: 1-5)
12 1. De Heer zei tegen Abram: ‘Ga weg uit je eigen land en ga weg van je familie. Ik zal je zeggen naar welk land je moet gaan. 2. Ik zal je zo veel nakomelingen geven dat ze een groot volk worden. Ik zal je rijk en gelukkig en beroemd maken. Jij zult ook anderen gelukkig maken. 3. Als de volken op aarde elkaar geluk toewensen, zullen ze zeggen: ‘Ik hoop dat je net zo gelukkig wordt als Abram.’ Ik zal goed zijn voor de mensen die goed zijn voor jou. Maar de mensen die jou slecht behandelen, die zal ik straffen.’
4-5Abram deed wat de Heer gezegd had. Hij ging weg uit Charan. Hij was toen 75 jaar oud. Hij nam zijn vrouw Sarai en zijn neef Lot mee. En ze namen alles mee wat ze hadden, ook hun slaven en slavinnen. Ze gingen op weg naar het land Kanaän.
Wat belooft God aan Abraham?
Hoe oud is Abraham?
Zou jij het geloven?
Wat is dat dan: geloven/ vertrouwen?
Wie werd uiteindelijk geboren uit Abrahams nageslacht?

Slide 4 - Diapositive

Per team krijg je een gebied (buiten)
teken vanaf het startsein zoveel mogelijk sterren
Welk team tekent de meeste (zichtbare!) sterren binnen de tijd?

Slide 5 - Diapositive

De Heer belooft Abram een kind (Genesis 15: 1)
15 1. Korte tijd later had Abram een droom. In die droom zei de Heer: ‘Wees niet bang, Abram. Ik zal je beschermen. En ik zal je rijk maken.’ 2-3. Abram zei: ‘Heer, mijn God, waarom wilt u mij rijk maken? U hebt me geen kinderen gegeven. Na mijn dood is al mijn bezit voor mijn knecht Eliëzer uit Damascus.’
4. Maar de Heer zei: ‘Nee, je bezit is niet voor je knecht. Je zult een kind krijgen.’ 5. Toen nam de Heer Abram mee naar buiten. ‘Kijk eens naar de hemel,’ zei de Heer. ‘Tel de sterren eens, als je dat kunt. Zo veel nakomelingen zul je krijgen.’
6Abram geloofde wat de Heer zei, en daarom vond de Heer Abram een goed mens.
heb jij weleens naar sterren gekeken? Wat viel je op?
God zegt dus dat Abraham 'ontelbaar veel' nakomelingen krijgt
Hoe vind je het dat Abraham gelooft wat God zegt?

Slide 6 - Diapositive

landverovertje
neutraal land
geef je land een naam
1. 'ik verklaar de oorlog aan ...'
2. Iedereen rent weg
  • De oorlogverklaarde niet, maar roept 'stop'. 
  • de oorlogverklaarde probeert medespelers aan te tikken vanuit het eigen land (getikt? cirkel om voeten = extra eiland)
3. niet gelukt?
'lopen, lopen, stop!'
Diegene die niet veilig is, mag alsnog getikt worden

Slide 7 - Diapositive

De Heer belooft Abram het land Kanaän (Genesis 13: 14 - 17)

14. Toen Lot weg was, zei de Heer tegen Abram: ‘Kijk eens goed om je heen, naar het noorden en het zuiden, naar het oosten en het westen. 15. Al het land dat je ziet, zal ik aan jou en aan je nakomelingen geven. Het zal altijd van jullie zijn. 16. Ik zal je heel veel nakomelingen geven. Ze zullen ontelbaar zijn, net zoals het zand op aarde ontelbaar is.
17. Je kunt overal heen gaan, want ik zal het land aan jou geven.’
Hoe kan dit? 
Abraham heeft nog geen kind
Abraham is oud
In het beloofde land wonen nog andere volken
Abraham gelooft God, zonder dat hij ziet wat hij beloofd krijgt.

Slide 8 - Diapositive

sterke verhalen
welk verhaal is waar en welke is niet waar?
in teams: 
bedenk twee verhalen
1 waar, 1 niet waar
vertel om de beurt jullie verhalen
raad bij elkaar welk verhaal waar is
Wanneer geloof je iets wel en wanneer niet?


is het verhaal van Abraham ook een sterk verhaal?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Weerwoord ... 
ik vertrouw je wel/niet


Neem iemand in gedachten die je vertrouwt

neem ook iemand in gedachten die je moeilijk kan vertrouwen

Slide 11 - Diapositive

Weerwoord ... 
ik vertrouw je wel/niet

Neem iemand in gedachten die je vertrouwt
neem ook iemand in gedachten die je moeilijk kan vertrouwen
wie vertrouw je altijd?
wanneer twijfel je?
wanneer is vertrouwen moeilijk/ makkelijk?
Hoe zit dat met geloof in God?
Is alles wat God zegt te vertrouwen?

Slide 12 - Diapositive

hoe lang kun jij wachten?
in een rij naast elkaar
1 stap = 1 week
4 stappen = een maand
8 stappen = een kwartaal
12 stappen = een jaar

Slide 13 - Diapositive

hoe lang kun jij wachten?
in een rij naast elkaar
1 stap = 1 week
4 stappen = een maand
8 stappen = een kwartaal
12 stappen = een jaar
je vriend belooft je een game te lenen die je heel graag een keer wil spelen
Je vriendin belooft je dat ze zo snel mogelijk een x komt kijken bij jouw wedstrijd
je ouders beloven dat jullie binnenkort echt naar dat ene vette pretpark gaan
jullie docent belooft te trakteren wanneer iedereen een voldoende heeft voor z'n toets

Slide 14 - Diapositive

hoe lang kun jij wachten?
in een rij naast elkaar
1 stap = 1 week
4 stappen = een maand
8 stappen = een kwartaal
12 stappen = een jaar
je vriend belooft je een game te lenen die je heel graag een keer wil spelen
Je vriendin belooft je dat ze zo snel mogelijk een x komt kijken bij jouw wedstrijd
je ouders beloven dat jullie binnenkort echt naar dat ene vette pretpark gaan
jullie docent belooft te trakteren wanneer iedereen een voldoende heeft voor z'n toets

Slide 15 - Diapositive

hoe lang kun jij wachten?
in een rij naast elkaar
1 stap = 1 week
4 stappen = een maand
8 stappen = een kwartaal
12 stappen = een jaar
je vriend belooft je een game te lenen die je heel graag een keer wil spelen
Je vriendin belooft je dat ze zo snel mogelijk een x komt kijken bij jouw wedstrijd
je ouders beloven dat jullie binnenkort echt naar dat ene vette pretpark gaan
jullie docent belooft te trakteren wanneer iedereen een voldoende heeft voor z'n toets

Slide 16 - Diapositive

hoe lang kun jij wachten?
in een rij naast elkaar
1 stap = 1 week
4 stappen = een maand
8 stappen = een kwartaal
12 stappen = een jaar
je vriend belooft je een game te lenen die je heel graag een keer wil spelen
Je vriendin belooft je dat ze zo snel mogelijk een x komt kijken bij jouw wedstrijd
je ouders beloven dat jullie binnenkort echt naar dat ene vette pretpark gaan
jullie docent belooft te trakteren wanneer iedereen een voldoende heeft voor z'n toets

Slide 17 - Diapositive

hoe lang kun jij wachten?
in een rij naast elkaar
1 stap = 1 week
4 stappen = een maand
8 stappen = een kwartaal
12 stappen = een jaar
je vriend belooft je een game te lenen die je heel graag een keer wil spelen
Je vriendin belooft je dat ze zo snel mogelijk een x komt kijken bij jouw wedstrijd
je ouders beloven dat jullie binnenkort echt naar dat ene vette pretpark gaan
jullie docent belooft te trakteren wanneer iedereen een voldoende heeft voor z'n toets

Slide 18 - Diapositive

Abraham en 
Sara krijgen een zoon
21 1-2. De Heer had beloofd dat hij aan Sara zou denken. En dat deed hij ook. Abraham was al oud. Maar de Heer zorgde ervoor dat Sara zwanger werd en dat Abraham en Sara een zoon kregen. Dat gebeurde een jaar nadat God het tegen Abraham gezegd had.
3. Abraham noemde hun zoon Isaak. 4-7Sara zei: ‘God heeft ervoor gezorgd dat ik weer kan lachen. En iedereen die mijn verhaal hoort, zal ook lachen. Niemand had tegen Abraham durven zeggen dat ik nog eens een kind aan de borst zou hebben. Want Abraham is al zo oud. Toch hebben we een zoon gekregen.’
weet je nog hoe Sara eerst reageerde?
wat vertelt dit verhaal over God?
wat vind jij daarvan?

Slide 19 - Diapositive

Het geloof van Abraham
(Hebreeën 11)
8. Ook Abraham had een groot geloof. God beloofde hem een nieuw land, en gaf hem de opdracht om daarheen te gaan. Abraham gehoorzaamde. Hij ging weg uit zijn land, zonder dat hij wist waar hij terecht zou komen.
9-10. Door zijn geloof kwam hij in het land dat God hem beloofd had. Maar hij woonde daar in tenten, als een vreemdeling, samen met zijn zoon Isaak en zijn kleinzoon Jakob. Die kregen dezelfde belofte van God. En ook zij bleven vreemdelingen in dat land. Want ze wachtten op het hemelse Jeruzalem, de stad die God zelf zou bouwen.
11Abrahams vrouw Sara kon geen kinderen krijgen en Abraham was al oud. Maar omdat Abraham een groot geloof had, kon hij toch vader worden. Want God had hem nakomelingen beloofd, en Abraham vertrouwde op God. 12. En zo kreeg één man, die al bijna dood was, heel veel nakomelingen. Net zo veel als er sterren aan de hemel zijn, en net zo veel als er zand is bij de zee.
Abraham geloofde wat hij nog niet zag.
Wat belooft God ons dat we nog niet zien?
Geloof jij dat?
Geloven = erop vertrouwen dat het nog zal gebeuren

Slide 20 - Diapositive

ik geloof dat ...

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive