toedienen van medicijnen

                                               Medicatie toediening
                                   
                           Medicijnen toedienen
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
HP+ volwassenonderwijsMBOBeroepsopleidingStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 12 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

                                               Medicatie toediening
                                   
                           Medicijnen toedienen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Bewaren van medicatie
Houdbaarheidseisen (gekoeld, droog)
Houdbaarheidsdatum
Beheer (medicijnkast)
Ongebruikte medicatie

Slide 3 - Diapositive

Geneesmiddel distributiesysteem (GDS)
Geneesmiddel distributiesysteem (GDS)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Wat check je bij het geven van medicatie?

Slide 7 - Question ouverte

5. Juiste tijd
1. Juiste persoon
2. Juiste medicijn
3. Juiste dosering
4. Juiste toedieningswijze

Slide 8 - Diapositive

slikken van medicijnen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Oogdruppelen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Oordruppels toedienen

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Neus druppelen & neus sprayen

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Vaginale medicatie toediening

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

strooipoeder worden vaak op een vochtige, natte huid gebruikt. (lokale toedieningsvorm)

Slide 22 - Diapositive

 Hormoon zalf /crème
Hoeveel zalf moet ik smeren? Volgens de bijsluiter.

De vingertop als maat voor de hoeveelheid zalf of crème die nodig is bij hormoonzalf

 In de praktijk blijkt dat veel patiënten vaak te weinig corticosteroïd zalven smeren.

 Dit kan een reden zijn dat het eczeem niet goed of niet snel genoeg verbetert. 
Daarom is de vingertop eenheid ontwikkeld..

Eén vingertop eenheid (VTE) is een streepje zalf over de lengte van het laatste kootje van de wijsvinger

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Wat is een contra-indicatie?
A
een reden om een medicijn te geven
B
een reden om het medicijn NIET te geven
C
verslaving
D
giftige hoeveelheid

Slide 27 - Quiz

Een dragee is...
A
een zetpil
B
een tablet met een suikerlaagje
C
een soort injectie
D
een bruistablet

Slide 28 - Quiz

Wat wordt verstaan onder cumulatie van medicijnen?
A
te veel medicijnen
B
ophoping van medicijnen
C
afhankelijkheid
D
steeds meer nodig voor dezelfde werking

Slide 29 - Quiz

Wat zijn bijwerkingen van medicijnen?
A
ophoping van medicijnen in het lichaam
B
de invloed van de medicijnen op elkaars werking
C
steeds meer nodig voor dezelfde werking
D
een ongewenste reactie bij een normaal gebruik

Slide 30 - Quiz

welke medicatiefouten worden er veel gemaakt?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Te laat gegeven
B
Verkeerde cliënt
C
Te hoge of lage doseringen
D
Verkeerde combinaties

Slide 31 - Quiz

Wie heeft de bevoegdheid om medicatie uit te schrijven?
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De verzorgende
D
De apotheek

Slide 32 - Quiz

Wat doe je als eerste als er een medicatiefout is gemaakt?
A
Melden bij leidinggevende
B
MIC invullen
C
Huisarts/arts raadplegen
D
Onderzoeken waarom het fout gegaan is

Slide 33 - Quiz

De reden waarom iemand een medicijn voorgeschreven krijgt noemen we een:
A
contra-indicatie
B
indicatie

Slide 34 - Quiz

Voorbeeld van een symptoombestrijder is ......
A
Antibiotica
B
Hormonen
C
Pijnstiller
D
Maagmiddel

Slide 35 - Quiz

Medicatie die oraal of rectaal wordt ingenomen noemen we een ....... toediening
A
Enterale
B
Parenterale

Slide 36 - Quiz

Oraal betekent..
A
medicijnen via de anus
B
medicijnen via de huid
C
medicijnen via een injectie
D
medicijnen via de mond

Slide 37 - Quiz