5.2 Spanning

Vandaag:
Kort herhalen theorie 5.1 en 5.2 (blz. 134 - 142)
Quiz Learnbeat
Zelfstandig aan de slag
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vandaag:
Kort herhalen theorie 5.1 en 5.2 (blz. 134 - 142)
Quiz Learnbeat
Zelfstandig aan de slag

Slide 1 - Diapositive

Stroomsterkte
Stroomsterkte: I  in A of mA (Ampère)
              - Aantal elektronen per seconde

Stroom:        van + naar -
Elektronen: van - naar +

Slide 2 - Diapositive

Spanning
Spanning: U  in V (Volt)
              - ladingsverschil van elektronen
Stroombron:
rondpompen van elektronen met 
energie 


Slide 3 - Diapositive

Spannings-bronnen hebben niet allemaal dezelfde spanning.

Spanning U in volt (V)

Slide 4 - Diapositive

Stroomkringen
Open stroomkring
Gesloten stroomkring

Slide 5 - Diapositive

Open stroomkring
Gesloten stroomkring

Slide 6 - Diapositive

Stroomkringen
Om überhaupt stroom te hebben, heb je een gesloten stroomkring nodig.

Vergelijk het met een brug die open staat. Een open brug = geen rijdend verkeer.

Slide 7 - Diapositive

Geleider & Isolator

Slide 8 - Diapositive

Spanning wat was dat ook nog maar?
A
het aantal deeltjes dat per seconde langs komt
B
hoeveel elektrische energie elk deeltje meeneemt.
C
de hoeveelheid geleverde energie

Slide 9 - Quiz

Wat is spanning?
A
De kracht waarmee een batterij de elektronen rondpompt
B
Het aantal elektronen dat door een draad stroomt
C
Het aantal lampjes in een schakeling
D
Het aantal elektronen die in een batterij zitten

Slide 10 - Quiz

Wat is de spanning?

A
0V
B
6V
C
18V
D
36V

Slide 11 - Quiz

Wat is de totale spanning, als de spanning van een batterij 9V is?
A
0V
B
9V
C
18V
D
27V

Slide 12 - Quiz

Grootheid
Eenheid
5
Spanning
Stroomsterkte
Volt
Ampère

Slide 13 - Question de remorquage

vul de ontbrekende woorden in. 
Stroom kan alleen lopen door ................................................ stroomkring


Een elektrische apparaat haalt zijn energie uit een ..........................................


Spanning wordt gemeten in ............................................


Stroomsterkte wordt gemeten in ................................................


Materialen die stroom geleiden noemen we een ...........................................


open
gesloten
spanningsbron
stroomkring
Volt
ampere
isolator
geleider

Slide 14 - Question de remorquage

De stroomsterkte
Kies de eenheid van de stroomsterkte
A
Volt
B
Ampère
C
Ohm
D
Watt

Slide 15 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste plaats
Geleider
Isolator

Slide 16 - Question de remorquage

Op stopcontacten staat de netspanning. Hoe hoog is deze in Nederland?
A
24 Volt
B
230 Volt
C
850 Volt
D
5 Volt

Slide 17 - Quiz

Stroomsterkte is:
A
hoeveelheid elektronen
B
Bewegende elektronen
C
elektronen met veel energie
D
Hoeveelheid bewegende elektronen

Slide 18 - Quiz

vul de ontbrekende woorden in. 
Stroom kan alleen lopen door ................................................ stroomkring


Een elektrische apparaat haalt zijn energie uit een ..........................................


Spanning wordt gemeten in ............................................


Stroomsterkte wordt gemeten in ................................................


Materialen die stroom geleiden noemen we een ...........................................


open
gesloten
spanningsbron
stroomkring
Volt
ampere
isolator
geleider

Slide 19 - Question de remorquage

Leerdoelen
Dit kan ik al.
Dit kan ik nog niet. 
Het verschil weten tussen een geleider en een isolatoren.
Kan voorbeelden geven van geleiders en isolatoren.
Weet wat stroomsterkte is.
Weet wat stroom is.
Het verschil weten tussen een open en gesloten stroomkring

Slide 20 - Question de remorquage

Maak de opdrachten in paragraaf 5.2 af.

Dit is het huiswerk van volgende week!

Slide 21 - Diapositive