Stage 4 Hoofdstuk 1

• Burgerschapsonderwijs
• Praktijk en loopbaan
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

Praktijk en loopbaan

Stage 4

Hoofdstuk 1

Kennismaken op je stage

v

Kennismaken

v

Ik

_______

_______

_______

_______

De eerste indruk

 De docent tekent een grote cirkel in het midden van een flipover-vel met

een kleine cirkel erin. In de kleine cirkel schrijf je het woord ‘ik’, of je eigen

naam. De overige ruimte in de grote cirkel verdeel je in vier of vijf vlakken.

• Elk vlak krijgt een eigen titel, bijvoorbeeld: hobby’s, automerk,

gezinssituatie, favoriete vakantiebestemming, favoriet gerecht, etc.

• Laat de leerlingen opnoemen wat ze denken dat jouw hobby’s, automerk,

gezinssituatie, etc. zijn en schrijf dit vervolgens zelf in de desbetreffende

vlakken.

• Zorg dat er per vak zoveel mogelijk verschillende veronderstellingen

staan genoteerd.

• Introduceer jezelf vervolgens aan de hand van de genoteerde

veronderstellingen. Houd dit luchtig! Vul aan wat niet op de flipover

staat en sta ook even stil bij foutieve veronderstellingen. Zorg dat er een

kloppend en genuanceerd beeld overblijft bij de cursisten over wie je

bent.

• Je licht het principe van aannames en veronderstellingen toe.

• Maak de cursisten ervan bewust dat ‘een eerste indruk’ niet altijd juist

is en hoe dat komt! 

Maak opdracht 1 

bladzijde 2

Praktijk en loopbaan

Stage 4

KENNISMAKEN OP DE STAGE

Bladzijde 2

Je maakt kennis op je stage. Hoe maak je een goede indruk?

1. Geen vragen stellen
2. Interesse tonen
3. Alleen over jezelf praten
4. Steeds op je telefoon kijken

Maak opdracht 2 en 3

bladzijde 3

EEN GOEDE INDRUK MAKEN

Bladzijde 3 en 4

Hoe maak je een goede indruk bij de kennismaking met je praktijkopleider?

1. Hem met een knuffel begroeten
2. Anderhalf uur te vroeg komen
3. Een grote bos bloemen meenemen
4. Een hand geven en hem aankijken

Bekijk het filmpje.

• Wie maakt in het filmpje een goede indruk? Wat doet hij of zij dan?
• Wie maakt in het filmpje een verkeerde indruk? Wat doet hij of zij dan.

Bespreek dit in de klas.

https:

Maak opdracht 4 tot en met 6

Bladzijde 4 en 5

JEZELF VOORSTELLEN

Bladzijde 5

Welke indruk maakt deze jongen?

Maak opdracht 7 tot en met 9

bladzijde 8

PRAKTIJKOPLEIDER

Bladzijde 8

Maak opdracht 10

bladzijde 7

PRAKTIJKBEGELEIDER

Bladzijde 8 en 9

Hoort het bij de praktijkopleider of de praktijkbegeleider?

Praktijkopleider

Praktijk-

begeleider

Werkt op school

Werkt op het stagebedrijf

Helpt bij problemen op de stage

Legt uit hoe iets werkt op het stagebedrijf

Maak opdracht 11 tot en met 14

Bladzijde 9 tot en met 11

Vind jij het leuk of eng om een kennismakingsgesprek te voeren? En waarom?

Maak opdracht 15

bladzijde 12