Wat valt het meest op aan de sociale bevolkingsgroei tussen 1950 en 2010?
Slide 8 - Question ouverte
3 groepen migranten
Slide 9 - Diapositive
Migranten Duitsland?
Slide 10 - Carte mentale
groep 1
Na WO II moesten veel Duitsers noodgedwongen verhuizen. Het waren de zogenaamde Volksduitsers.
Duitsland moest weer grondgebied afstaan aan Rusland
Slide 11 - Diapositive
groep 2
Net als in NL kwamen na 1960 veel gastarbeiders.
Met name uit Turkije en later Polen.
Slide 12 - Diapositive
groep 3
Na 1990 komen veel vluchtelingen. Grotendeels economische vluchtelingenvanaf 1990 door de wetten politieke vluchtelingen.
Denk nu ook aan Syrië.
Slide 13 - Diapositive
Ook Duitsland heeft veel last van de vergrijzing. Noem een oorzaak.
Slide 14 - Question ouverte
Tussen Duitsland en Nederland wel 1 groot verschil!
Slide 15 - Diapositive
Na 1945 was Duitsland verwoest en arm. Babyboom was er (nog) niet!
NL vierde feest en kreeg een babyboom / geboortegolf.
Slide 16 - Diapositive
De babyboom kwam in Duitsland pas later op gang. Na 1950 toen het weer beter ging met Duitsland kwam de eerste geboortegolf. Deze babyboomers zijn dus iets jonger dan de NL babyboomers.
Echter duurt niet lang door de pil, werkende vrouwen etc vanaf jaren 60
Slide 17 - Diapositive
Demografische transitie
Demografische = wetenschap over bevolking, bijv aantal jongens, meisjes, mensen, migranten
transitie = overgang
Slide 18 - Diapositive
Het bevolkingsaantal verandert in 5 fasen.
Slide 19 - Diapositive
Vaak is fase 1 een arm land, in fase 5 is het land rijk geworden
Slide 20 - Diapositive
fase 1 =
Hoge geboortecijfers
& hoge sterftecijfers
Slide 21 - Diapositive
fase 2 =
Hoge geboortecijfers
& lage sterftecijfers
In deze fase groeit het land het hardst
Slide 22 - Diapositive
fase 3 =
Lagere geboortecijfers
& lagesterftecijfers
In deze fase groeit het land wel nog maar minder snel
Slide 23 - Diapositive
fase 4 =
Lagere geboortecijfers
& lagesterftecijfers
In deze fase een kleine groei
Slide 24 - Diapositive
fase 5 =
lage geboortecijfers
& hogesterftecijfers
In deze fase ontstaat een sterfteoverschot
Slide 25 - Diapositive
Waardoor fase 5?
Levensverwachting is sterk toegenomen. We worden steeds ouder. Een meisje in 2009 geboren wordt nu gemiddeld 82.6 jaar (jongens 77,4 jaar)
Slide 26 - Diapositive
Afname natuurlijke bevolking
In Duitsland zal de bevolking sterk afnemen met 10.000.000 mensen!
De bevolkingspiramide zal breed zijn aan de top (vergrijzing) en smal in de basis (ontgroening)
Slide 27 - Diapositive
2.2 Duitsland: verschillen tussen regio's
Slide 28 - Diapositive
West Duitsland: groei
kapitalistisch, VS Bondgenoot
Oost Duitsland: vertrekoverschot, communistisch
Slide 29 - Diapositive
DDR
A
Westen
B
Oosten
Slide 30 - Quiz
grote verschillen
tussen
West (BRD)
en Oost
(DDR)
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Vidéo
Wat is het verschil tussen de Berlijnse Muur en IJzeren gordijn
Slide 33 - Question ouverte
In welk jaar valt de Berlijnse muur (en het communisme)
A
1956
B
1963
C
1975
D
1989
Slide 34 - Quiz
Krimp in Oost Duitsland
Na 1989 Duitsland wordt 1. Maar grote verschillen.
Westen was rijk en modern, Oosten was vervallen en arm. Grote vertrekken (jonge mensen) uit Oost naar West
Slide 35 - Diapositive
Afstotingsfactoren Oost Duitsland?
Slide 36 - Carte mentale
2.3 Verstedelijking van Duitsland
Frankfurt am Main
Slide 37 - Diapositive
Wat zijn stedelijke gebieden?
A
Agglomeraties en steden die dicht bij elkaar liggen
B
Enorm grote agglomeratie
C
Oudste deel van een stad.
D
gebied rondom een stad met allerlei stedelijke gebieden
Slide 38 - Quiz
Stedelijke gebieden
Elk stedelijk gebied eigen specialisaties
Bijv. Ruhrgebied veel industrie
Hamburg, Bremen zeehaven
Stuttgart en München hightechsteden
Slide 39 - Diapositive
In Oost Duitsland en een deel van Berlijn vertrokken jonge gezinnen en mensen met werk en inkomen.
Arme, werkloze en buitenlandse migranten blijven achter.
Slide 40 - Diapositive
Welk probleem ontstaat niet als vooral jonge gezinnen en mensen met werk vertrekken?
A
vergrijzing
B
integratie
C
verpaupering van wijken
D
segregatie
Slide 41 - Quiz
belangrijke begrippen
*Segregatie = scheiden
*Sociale ongelijkheid
(verschillen tussen werk, welvaart en inkomen)
*Integratie
Slide 42 - Diapositive
Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie
Slide 43 - Quiz
Integratie of segregatie
A
Integratie
B
Segregatie
Slide 44 - Quiz
2.4 het Ruhrgebied
Slide 45 - Diapositive
Slide 46 - Carte
Ruhrgebied vroeger
Slide 47 - Diapositive
Slide 48 - Vidéo
Overeenkomsten:
Ruhrgebied (D) & Randstad (nl)
aantal inwoners,
infrastructuur
woonkwaliteiten
voorzieningen
Verschillen
Bevolking in Ruhrgebied neemt af en veel mensen werken relatief in industrie
Slide 49 - Diapositive
Geef eerst aan of dit bord in 1950 of in 2015 langs de snelweg in Duitsland stond. Geef vervolgens een argument voor je keuze met behulp van bron 32.