Thema 4 Stevigheid en beweging 1KGT - begrippen leren

Thema 4 Stevigheid en beweging Quiz
Begrippen leren - basisstof 1 t/m 5
1KGT
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Docent BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 4 Stevigheid en beweging Quiz
Begrippen leren - basisstof 1 t/m 5
1KGT

Slide 1 - Diapositive

Skelet
A
weefsel dat heel stevig is en een beetje buigzaam
B
weefsel dat stevig is en waardoor je rechtop kunt staan
C
alle botten of beenderen in een lichaam
D
alle botten in het hoofd

Slide 2 - Quiz

Bot
A
weefsel dat heel stevig is en een beetje buigzaam
B
weefsel dat stevig is en waardoor je rechtop kunt staan
C
alle botten of beenderen in een lichaam
D
alle botten in het hoofd

Slide 3 - Quiz

Beenderen
A
weefsel dat heel stevig is en een beetje buigzaam
B
weefsel dat stevig is en waardoor je rechtop kunt staan
C
alle botten of beenderen in een lichaam
D
alle botten in het hoofd

Slide 4 - Quiz

Schedel
A
weefsel dat heel stevig is en een beetje buigzaam
B
weefsel dat stevig is en waardoor je rechtop kunt staan
C
alle botten of beenderen in een lichaam
D
alle botten in het hoofd

Slide 5 - Quiz

Wervelkolom
A
het deel van het skelet dat bestaat uit de heupbeenderen en het heiligbeen
B
het deel van het skelet dat bestaat uit de halswervels, borstwervels, lendenwervels, heiligbeen en staartbeen
C
het deel van het skelet dat bestaat uit de schouderbladen en de sleutelbeenderen
D
het deel van het skelet dat bestaat uit de ribben en het borstbeen

Slide 6 - Quiz

Borstkas
A
het deel van het skelet dat bestaat uit de heupbeenderen en het heiligbeen
B
het deel van het skelet dat bestaat uit de halswervels, borstwervels, lendenwervels, heiligbeen en staartbeen
C
het deel van het skelet dat bestaat uit de schouderbladen en de sleutelbeenderen
D
het deel van het skelet dat bestaat uit de ribben en het borstbeen

Slide 7 - Quiz

Schoudergordel
A
het deel van het skelet dat bestaat uit de heupbeenderen en het heiligbeen
B
het deel van het skelet dat bestaat uit de halswervels, borstwervels, lendenwervels, heiligbeen en staartbeen
C
het deel van het skelet dat bestaat uit de schouderbladen en de sleutelbeenderen
D
het deel van het skelet dat bestaat uit de ribben en het borstbeen

Slide 8 - Quiz

Bekken
A
het deel van het skelet dat bestaat uit de heupbeenderen en het heiligbeen
B
het deel van het skelet dat bestaat uit de halswervels, borstwervels, lendenwervels, heiligbeen en staartbeen
C
het deel van het skelet dat bestaat uit de schouderbladen en de sleutelbeenderen
D
het deel van het skelet dat bestaat uit de ribben en het borstbeen

Slide 9 - Quiz

Kalk
A
stof die bij botten voor de buigzaamheid zorgt
B
weefsel dat stevig is en goed buigzaam
C
stof die bij botten voor stevigheid zorgt

Slide 10 - Quiz

Lijmstof
A
stof die bij botten voor de buigzaamheid zorgt
B
weefsel dat stevig is en goed buigzaam
C
stof die bij botten voor stevigheid zorgt

Slide 11 - Quiz

Kraakbeen
A
stof die bij botten voor de buigzaamheid zorgt
B
weefsel dat stevig is en goed buigzaam
C
stof die bij botten voor stevigheid zorgt

Slide 12 - Quiz

Fontanellen
A
onderdeel van een gewricht dat draait in de gewrichtskom
B
de ruimte tussen de botten van de schedel van een baby
C
verbinding die beweging tussen botten mogelijk maakt
D
onderdeel van een gewricht waarin de gewrichtskogel draait

Slide 13 - Quiz

Gewricht
A
onderdeel van een gewricht dat draait in de gewrichtskom
B
de ruimte tussen de botten van de schedel van een baby
C
verbinding die beweging tussen botten mogelijk maakt
D
onderdeel van een gewricht waarin de gewrichtskogel draait

Slide 14 - Quiz

Gewrichtskogel
A
onderdeel van een gewricht dat draait in de gewrichtskom
B
de ruimte tussen de botten van de schedel van een baby
C
verbinding die beweging tussen botten mogelijk maakt
D
onderdeel van een gewricht waarin de gewrichtskogel draait

Slide 15 - Quiz

Gewrichtskom
A
onderdeel van een gewricht dat draait in de gewrichtskom
B
de ruimte tussen de botten van de schedel van een baby
C
verbinding die beweging tussen botten mogelijk maakt
D
onderdeel van een gewricht waarin de gewrichtskogel draait

Slide 16 - Quiz

Gewrichtskapsel
A
band die helpt om botten op hun plaats te houden
B
kapsel van een gewricht waardoor twee botten aan elkaar vastzitten
C
vloeistof waardoor botten soepel kunnen bewegen

Slide 17 - Quiz

Kapselband
A
band die helpt om botten op hun plaats te houden
B
kapsel van een gewricht waardoor twee botten aan elkaar vastzitten
C
vloeistof waardoor botten soepel kunnen bewegen

Slide 18 - Quiz

Gewrichtssmeer
A
band die helpt om botten op hun plaats te houden
B
kapsel van een gewricht waardoor twee botten aan elkaar vastzitten
C
vloeistof waardoor botten soepel kunnen bewegen

Slide 19 - Quiz

Kogelgewricht
A
gewricht waarbij het ene bot als een scharnier ten opzichte van het andere bot beweegt
B
gewricht waarbij de gewrichtskogel van het ene bot draait in de gewrichtskom van het andere bot

Slide 20 - Quiz

Scharniergewricht
A
gewricht waarbij het ene bot als een scharnier ten opzichte van het andere bot beweegt
B
gewricht waarbij de gewrichtskogel van het ene bot draait in de gewrichtskom van het andere bot

Slide 21 - Quiz

Spierstelsel
A
alle skeletspieren in het lichaam
B
de plaats waar een pees aan een bot vastzit
C
weefsels die spieren met botten verbinden

Slide 22 - Quiz

Pezen
A
alle skeletspieren in het lichaam
B
de plaats waar een pees aan een bot vastzit
C
weefsels die spieren met botten verbinden

Slide 23 - Quiz

Aanhechtingsplaats
A
alle skeletspieren in het lichaam
B
de plaats waar een pees aan een bot vastzit
C
weefsels die spieren met botten verbinden

Slide 24 - Quiz

Armbuigspier
A
spier die nodig is om de onderarm te buigen
B
spier die nodig is om de onderarm te strekken
C
spieren die een tegengestelde werking hebben

Slide 25 - Quiz

Armstrekspier
A
spier die nodig is om de onderarm te buigen
B
spier die nodig is om de onderarm te strekken
C
spieren die een tegengestelde werking hebben

Slide 26 - Quiz

Antagonistisch paar
A
spier die nodig is om de onderarm te buigen
B
spier die nodig is om de onderarm te strekken
C
spieren die een tegengestelde werking hebben

Slide 27 - Quiz

Spierpijn
A
hoe goed verschillende spieren in het lichaam kunnen samenwerken
B
pijn die je krijgt als je ongetraind gaat sporten
C
hoe gemakkelijk, lang of snel iemand kan bewegen

Slide 28 - Quiz

Coördinatie
A
hoe goed verschillende spieren in het lichaam kunnen samenwerken
B
pijn die je krijgt als je ongetraind gaat sporten
C
hoe gemakkelijk, lang of snel iemand kan bewegen

Slide 29 - Quiz

Conditie
A
hoe goed verschillende spieren in het lichaam kunnen samenwerken
B
pijn die je krijgt als je ongetraind gaat sporten
C
hoe gemakkelijk, lang of snel iemand kan bewegen

Slide 30 - Quiz

Blessure
A
een beschadiging van een spier, bot of gewricht
B
blessure die ontstaat door te vaak achtereen dezelfde beweging te maken

Slide 31 - Quiz

RSI
A
een beschadiging van een spier, bot of gewricht
B
blessure die ontstaat door te vaak achtereen dezelfde beweging te maken

Slide 32 - Quiz