Genotmiddelen

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 300 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Startklaar 
Welkom klas! In 5 minuten starten we de les!
Jassen uit
Oortjes in de tas 
Mobiel in de tas 
Schoolspullen op tafel 
Laptop op tafel
Tas van tafel 
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Genotmiddelen

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Je ontdekt wat de risico’s van het gebruik van genotsmiddelen zijn. 

Slide 4 - Diapositive

Wat weten jullie van
Genotmiddelen

Slide 5 - Carte mentale

Genotmiddel?
- Van genotmiddelen kun je genieten. 
- Bij genotmiddelen kun je denken aan:
Energiedrankje, alcohol, tabak, drugs enz.
 
- Voor veel mensen kan het gebruik ervan een gewoonte geworden.
- Stoppen met iets waaraan je gewend bent, kan moeilijk zijn.

Slide 6 - Diapositive

Verslaafd aan genotmiddelen
Lichamelijk verslaafd: 
- Als je stopt krijg je lichamelijke klachten.
- Dit zijn afkickverschijnselen, zoals hoofdpijn, trillen en zweten.
- Je lichaam wil eigenlijk niet zonder het middel.
 Geestelijk verslaafd.
- Je denkt dat je niet zonder genotmiddel kan. Je voelt je niet prettig.
- Je kunt alleen maar aan het genotmiddel denken.
Sociaal verslaafd.
Je mist het contact met de mensen met wie je een genotmiddel gebruikt.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat vind je van deze stelling?
Het is je eigen schuld als je verslaafd raakt.

Slide 9 - Question ouverte

Effecten op langere termijn
- Lichamelijke afhankelijkheid 
- Geestelijke afhankelijkheid 
- Het risico op schade van de lichamelijke gezondheid. 
- Verminderde of slechte lichamelijke conditie / uithoudingsvermogen.
- Hoesten en / of kortademig. 
- Stinken naar rook (van onder andere haren, kleding en huiskamer).
- Ontwenningsverschijnselen zoals gespannen-, rusteloos- en prikkelbaarheid, slapeloosheid en lichamelijke klachten zoals bijvoorbeeld buik- en hoofdpijn.

Slide 10 - Diapositive

Stoffen in een sigaret

Slide 11 - Diapositive

Wat vind je van deze stelling?
Als je wilt stoppen met roken, lukt dat je makkelijk.

Slide 12 - Question ouverte

Alcohol

Slide 13 - Diapositive

Wat weet je over alcohol?

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Vidéo

Wat vind je van deze stelling?
Alcohol drinken hoort erbij.

Slide 16 - Question ouverte

Korte termijneffecten
1-3 glazen: je voelt je los
3-7 glazen: aangeschoten, remmingen verminderen
7-15 glazen: dronken
15-20 glazen: laveloos, zintuigen raken verdoofd
20-25+ glazen: knock-out, hartslag kan stoppen!



Slide 17 - Diapositive

Lange termijneffecten
  • beschadiging organen
  • geheugenproblemen
  • verslavend
  • hartritmestoornissen
  • verzwakt hart

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wat weet je over drugs?

Slide 20 - Carte mentale

Slide 21 - Vidéo

Drugs
Drugs zijn stoffen die je hersenen beïnvloeden.
Ze kunnen:
- verdoven                               (downers)
- oppeppen                              (uppers)
- je bewustzijn veranderen      (trippers)

Voorbeelden van drugs:
- Tabak en  Alcohol
- Soft- en harddrugs 
- Slaap- en kalmeringsmiddelen
- Cafeïne en XTC

Het kan je ontspannen en laat je dingen (een moment) vergeten.

Drugs beïnvloedt je hersenen:
Het denken, voelen en 
wat je om je heen ziet en hoort.

Slide 22 - Diapositive

Drugs kun je verdelen in 2 groepen

Harddrugs:  Vb. Cocaïne, GHB, Heroïne, LSD, XTC en Amfetamine. 
Harddrugs = drugs met een groot risico voor de gezondheid. 
Ze zijn illegaal en het bezit van deze middelen is strafbaar.

 Softdrugs:  Vb. Hasj, Weed, tabak en Cafeïne.  
Softdrugs = minder schadelijk voor de gezondheid dan harddrugs. MAAR OOK SCHADELIJK!
In Nederland in beperkte mate legaal, mag verkocht worden bij Coffeeshops.

Slide 23 - Diapositive

Wat vind je deze stelling?
Blowen/drinken/drugs gebruiken is alleen leuk in een groep.

Slide 24 - Question ouverte

Genotmiddelen

Slide 25 - Carte mentale

Leerdoelen
- Je ontdekt wat de risico’s van het gebruik van genotsmiddelen zijn
-Je leert onder andere het maken van een poster 

Slide 26 - Diapositive

Opdracht 1
Wat: Ontwikkel een bierviltje om
alcoholgebruik onder jongeren
te beperken. 
Hoe: Zelfstandig 


Slide 27 - Diapositive

Muzikant

Slide 28 - Diapositive

Opdracht 2
Wat? Ontwerp een poster die mensen
aanmoedigen om te stoppen met roken. 
Hoe? Drietal

Slide 29 - Diapositive

Boek
Maak 7.1
blz 249 tot 256

Slide 30 - Diapositive

Hoeveel sterren geef jij deze les en waarom?

Slide 31 - Diapositive