Spelling

Spelling
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Spelling

Slide 1 - Diapositive

Oefentoets
Kijk goed of je de tegenwoordige tijd (tt), verleden tijd (vt) of het voltooid deelwoord (vdw) moet schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Gisteren heeft onze buurman een nieuwe heg ..............
(planten, vdw).

Slide 3 - Question ouverte

(Vinden, tt) ............. jij een bril fijner dan contactlenzen?

Slide 4 - Question ouverte

We ..............(praten, vt) tot diep in de nacht over koetjes en kalfjes.

Slide 5 - Question ouverte

Ik ben kapot: we hebben de hele middag ...................
(shoppen, vdw).

Slide 6 - Question ouverte

Vul bij de volgende zinnen
 de bijvoeglijke naamwoorden goed in.

Gebruik het woord dat voor de zin staat.

Slide 7 - Diapositive

wol –
Ik krijg jeuk van ........... truien.

Slide 8 - Question ouverte

beroemd – De ......................
acteur schreef een boek over zijn leven.

Slide 9 - Question ouverte

bestellen – Ik kreeg de ..............
schoolboeken veel te laat.

Slide 10 - Question ouverte

missen – Dit is een ................
kans!

Slide 11 - Question ouverte

Vul van de volgende woorden het meervoud in.

Slide 12 - Diapositive

lama

Slide 13 - Question ouverte


etalage

Slide 14 - Question ouverte

abonnee

Slide 15 - Question ouverte

kubus

Slide 16 - Question ouverte

Maak van de  volgende woorden een samenstelling.

Slide 17 - Diapositive

mug + bult

Slide 18 - Question ouverte

groente + boer

Slide 19 - Question ouverte

aap + trots

Slide 20 - Question ouverte

In de volgende zinnen zijn de leestekens weggelaten. 
Neem de zinnen over. 
Voeg de goede leestekens toe. 
Denk aan: komma, punt, vraagteken, dubbele punt, aanhalingstekens.

Slide 21 - Diapositive

De weerman voorspelt Morgen wordt het glad

Slide 22 - Question ouverte

Wie gaat er mee vraagt Silvian

Slide 23 - Question ouverte