09. 1 e uur toets 2e uur differentiatietraject + zelfstudie

DEZE LES
1.  Evaluatie cv
2. De vorige les
3. Quiz over signaalwoorden (7 vragen)
4. Theorie over signaalwoorden
5. Het tweede lesuur 
6. De volgende les

LESDOELEN: 
- de taalconventies van het cv zijn helder
- je weet waarvoor het schrijfdossier dient
- je herkent de signaalwoorden en weet dan welk tekstverband er komt.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

DEZE LES
1.  Evaluatie cv
2. De vorige les
3. Quiz over signaalwoorden (7 vragen)
4. Theorie over signaalwoorden
5. Het tweede lesuur 
6. De volgende les

LESDOELEN: 
- de taalconventies van het cv zijn helder
- je weet waarvoor het schrijfdossier dient
- je herkent de signaalwoorden en weet dan welk tekstverband er komt.

Slide 1 - Diapositive

1. EVALUATIE CV
Via e-mail. 

Heb je het nog niet af? 
► Je hebt het document met de taalconventies van het cv gemaild gekregen. Deze staan op de volgende slide (begin eerst bij 9c → over cv-sjablonen in Word).

 NB: Doel schrijfdossier: toegang tot het examen. 

Slide 2 - Diapositive

2. DE VORIGE LES
Over opdracht 3 van het schrijfdossier: het persbericht. 

De informatie daarover vind je in het schrijfdossier zelf. 

Ook hier geldt: mail het persbericht als het klaar is, naar mij. Ik kijk het na.


 



Slide 3 - Diapositive

SIGNAALWOORDENQUIZ
Op alle examens is het belangrijk dat je weet wat iemand bedoelt

Dat weet je door de signaalwoorden. 

Je kunt jezelf ook duidelijker uitdrukken door signaalwoorden te gebruiken. 






Slide 4 - Diapositive


WELKE VOEGWOORDEN OF SIGNAALWOORDEN KAN JE OPNOEMEN?

Slide 5 - Question ouverte

'Als jij alles voor mij inpakt, koop ik iets lekkers voor onderweg.'
A
'als' geeft een toelichting aan
B
'als' geeft een reden aan
C
'als' geeft een voorwaarde aan
D
'als' geeft een tijd aan

Slide 6 - Quiz

'Het waterschap gaat in hoog tempo dijken ophogen als gevolg van de klimaatveranderingen.'
A
'a.g.v.' geeft een toelichting
B
'a.g.v.' geeft een reden
C
'a.g.v.' geeft een voorwaarde
D
'a.g.v.' geeft een oorzaak

Slide 7 - Quiz

'Zij moet eerst haar zere oor aan de dokter laten zien, daarna mag ze een pijnstiller innemen.'
A
dit is een tijdvolgorde
B
dit is een opsomming
C
dit is een tegenstelling

Slide 8 - Quiz

'Mijn buurvrouw luistert vaak muziek, verder is zij een filmliefhebber.'
A
dit is een tegenstelling
B
dit is een opsomming
C
dit geeft een tijdvolgorde
D
dit geeft een reden

Slide 9 - Quiz

'Mijn tas zit werkelijk bomvol met schoolspullen: pennen, potloden, stiften, een geodriehoek, gummetjes en zelfs een passer.'
A
dit is een opsomming
B
dit is een tegenstelling
C
dit is een tijdvolgorde
D
dit is een reden

Slide 10 - Quiz

'De jongens in mijn klas leggen de lat niet al te hoog. Neem bijvoorbeeld Lex. Hij gaat altijd voor een 6,0.'
A
'bijvoorbeeld' geeft een toelichting aan
B
'bijvoorbeeld' geeft een reden aan
C
'bijvoorbeeld' geeft een voorwaarde aan
D
'bijvoorbeeld' geeft een opsomming aan

Slide 11 - Quiz

EVALUATIE
→Was het lastig? 


Slide 12 - Diapositive

4. THEORIE
Het tekstverband zorgt ervoor dat woorden, zinnen en alinea's met elkaar samenhangen.

Hoe doen ze dat?
Door signaalwoorden te gebruiken. 

Slide 13 - Diapositive

SIGNAALWOORDEN

Aan een signaalwoord

zie je dus met welk tekstverband je te maken hebt. 

Slide 14 - Diapositive

SIGNAALWOORDEN
Je begrijpt iemand beter door de signaalwoorden. 

→ Let er dus op als je er een tegenkomt in een zin!


              Op de volgende slide zie je veelvoorkomende verbanden
                                      Daarna een Kahoot over die tekstverbanden


Slide 15 - Diapositive

TEKSTVERBANDEN

Er zijn verschillende tekstverbanden met eigen signaalwoorden. Herken je ze?  

  • de tegenstelling 
  • [ maar, hoewel ]  
  • de opsomming 
  • [ bovendien, ten eerste, ten tweede, ook, eerst...toen] 
  • de toelichting 
  • [ zo, bijvoorbeeld, zoals] 
  • de tijd en de volgorde daarin 
  • [ gisteren, vervolgens, vroeger, nu, toen, daarna ]  
  • de reden
  • [ omdat, daarom, want ] 
                                              

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

EVALUATIE
→Wat vond je lastig? 


Slide 18 - Diapositive

5. HET TWEEDE LESUUR
Differentiatietraject voor: Delilah, Eva, Lize. Duur: exact 60 minuten.

Voor de anderen: 
Werk aan je schrijfdossier: het persbericht. Mail het mij, herschrijf het eventueel herschrijven n.a.v. de opmerkingen en neem de definitieve versie op in jouw schrijfdossier. 



Slide 19 - Diapositive

6. VOLGENDE WEEK (week 11)
Eerste lesuur: theorie over voegwoorden / signaalwoorden. 

Tweede lesuur: 
- Differentiatietraject (3/3)
- De anderen werken dan zelfstandig of in teamverband aan hun schrijfdossier.





Slide 20 - Diapositive

EINDE VAN DE LES
Schrijf vooral aan je persbericht of 

Tot volgende week!

Slide 21 - Diapositive