1C - vr. 11/4/2024

1C - vr. 11/4/2024
1.                                              - is iedereen er?
2.  (H) Hoe was het rijtje van AVOIR (= hebben) ook al weer?
3.  Uitleg: de getallen 60 t/m 100
4.  Uitleg bron D: Passé composé
5.  bron C : Phrases-clés
6.  lezen: Tekst BJe veux un lapin
7.  Taakwerk van deze week: laatste dia

     
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1C - vr. 11/4/2024
1.                                              - is iedereen er?
2.  (H) Hoe was het rijtje van AVOIR (= hebben) ook al weer?
3.  Uitleg: de getallen 60 t/m 100
4.  Uitleg bron D: Passé composé
5.  bron C : Phrases-clés
6.  lezen: Tekst BJe veux un lapin
7.  Taakwerk van deze week: laatste dia

     

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Passé Composé


een vorm van avoir  en  stam ww + 

Slide 3 - Diapositive

wat is dan:

ik heb gegeven (donner)                  =
jij hebt  gegeven (donner)                =
hij heeft gegeven (donner)              =
wij hebben gegeven (donner)        =
jullie hebben gegeven (donner)    =
zij hebben gegeven (donner)          =

Slide 4 - Diapositive

dat is dit :

ik heb gegeven (donner)                = j'ai donné
jij hebt  gegeven (donner)              = tu as donné
hij heeft gegeven (donner)            = il a donné
wij hebben gegeven (donner)      = nous avons donné
jullie hebben gegeven (donner)  = vous avez donné
zij hebben gegeven (donner)        = ils ont donné

Slide 5 - Diapositive

hebben = avoir - oefenen
Je snapt dat het belangrijk is om het rijtje van "avoir" te kennen. 
Dat gaan we even goed oefenen, dus!



Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

elles ont dansé
ils ont dansé
on a dansé
vous avez dansé
nous avons dansé
elle a dansé
il a dansé
tu as dansé
j'ai dansé
ik heb gedanst
jij hebt gedanst
hij heeft gedanst
zij heeft gedanst
wij hebben gedanst
jullie hebben gedanst
men heeft gedanst
zij (mnl)hebben gedanst
zij (vrl) hebben gedanst

Slide 8 - Question de remorquage

j'ai mangé =
A
hij heeft gegeten
B
jij hebt gegeten
C
ik heb gegeten
D
ze hebben gegeten

Slide 9 - Quiz

hij heeft gepraat (parler) =

Slide 10 - Question ouverte

wij hebben gedanst (danser) =

Slide 11 - Question ouverte

jullie hebben gegeten ( manger ) =

Slide 12 - Question ouverte

Hoe goed snap ik de passé composé ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

Taakwerk week 15:
maken: 
- de opdr. bij A en B: exc. 1 t/m 13
- de Dossieropdrachten 4 en E
leren:
- (H)  het rijtje van avoir
- voca A FN/NF op Quizlet Leren & Schrijven 100%

Slide 14 - Diapositive