Chapitre 3 - avoir en bezittelijk voornaamwoord

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Grammatica chapitre 3

Leerdoel:

- aan het einde van de les herken ik het werkwoord avoir

- aan het einde van de les herken ik het bezittelijk voornaamwoord

Planning P2

8 januari 2019 inleveren PO

PW CH 2 - partie 2 (in de toetsweek)

incl. bron C + bron F + G van CH3

Welk onregelmatig werkwoord heb ik al geleerd?

1. avoir
2. être
3. regarder
4. aimer

Waarom is het werkwoord être onregelmatig?

CH3 bron C, blz 44 in het tekstboek

Het werkwoord avoir = hebben

J'ai                     = ik heb

Tu as                 = jij hebt

il/elle/on a      = hij/zij/men heeft

nous avons   = wij hebben

vous avez      = jullie hebben/ u heeft 

ils/elles ont    = zij hebben

Wat is de betekenis van het werkwoord avoir

1. kijken
2. hebben
3. zijn
4. luisteren

Ma mère (avoir) un frère qui s'appelle Hugo

1. a
2. as
3. est
4. es

Christine et Sophie (avoir) beaucoup de devoirs

1. a
2. sont
3. est
4. ont

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?

1. haar
2. zij
3. mijn
4. jullie

CH3 bron H: het bezittelijk voornaamwoord (1)

Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 

De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.  

BV: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)

CH 3 bron H: het bezittelijk voornaamwoord (2)

Let op: als het znw vrouwelijk is en begint met een klinker/ stomme h, gebruik dan de mannelijk vorm (mon,ton,son) in het enkelvoud.

BV: Mijn vriendin heet Marie - Mon amie s'appelle Marie 

                                                               DUS NIET: ma amie s'appelle Marie 

Wat zijn de goede vertalingen van het bezittelijk voornaamwoord 'jouw'?

1. mon/ma/mes
2. ton/ta/tes
3. son/sa/ses

(Jouw) ami est très sympa

1. ton
2. ta
3. son
4. sa

(Haar) parents sont très sévères

1. son
2. tes
3. ses

Les devoirs:

Faire: ex. 13E + 14A+B (blz.97 wb)

Apprendre: rijtje van avoir (dia 6 óf bron C CH3)

Faire: ex 29 + 30A+B (blz.109 wb)
Apprendre: rijtje bezittelijke voornaamwoorden (dia 8 óf bron H CH 3)