3.13 Tekstdoelen - Tekst met een mening

timer
0:30
Tekst
Noem een tekstvorm
1 / 26
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

timer
0:30
Tekst
Noem een tekstvorm

Slide 1 - Carte mentale

Welke tekstvorm past bij instrueren?
timer
0:30
A
recept
B
rap
C
advertentie
D
brief

Slide 2 - Quiz

Noem een tekstvorm van een amuserende tekst.
timer
0:30

Slide 3 - Question ouverte

Met welke tekstvorm hebben wij hier te maken?.
timer
0:30
A
krant
B
tijdschrift
C
poster
D
brief

Slide 4 - Quiz

Wat is een signaalwoord
voor een reden?

Slide 5 - Carte mentale

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
A
feit
B
mening

Slide 6 - Quiz

Amsterdam is mooier dan Rotterdam
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quiz

Subjectief en objectief
Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?

Is een activerende tekst objectief of subjectief?

Slide 8 - Diapositive

Subjectief en objectief
SUBJECTIEF                              MENING


OBJECTIEF                     FEITEN

Slide 9 - Diapositive

Subjectief of objectief?
  • Subjectief is het tegenovergestelde van objectief.
  • Subjectief is een mening.
  • In een betoog wordt zowel objectieve als subjectieve informatie gegeven, maar de mening is ALTIJD subjectief. 

Slide 10 - Diapositive

Tekstsoorten: welke zijn subjectief en welke zijn objectief?
Betogende tekst? → subjectief
Beschouwende tekst? → subjectief
Activerende tekst? → subjectief (meestal)
Informerende tekst? → objectief
Uiteenzettende tekst? → objectief


Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat is het doel van een tekststuk waarin je wilt overtuigen?
A
Subjectiviteit tonen
B
Mening verdedigen
C
Objectiviteit tonen
D
Feiten presenteren

Slide 13 - Quiz

Wat is het doel van een subjectief tekststuk?
A
Feiten presenteren
B
Mening geven
C
Objectiviteit tonen
D
Overtuigen

Slide 14 - Quiz

Wat is het doel van een objectief tekststuk?
A
Mening geven
B
Overtuigen
C
Feiten presenteren zonder oordeel
D
Subjectiviteit tonen

Slide 15 - Quiz

Wat is subjectief?

Slide 16 - Question ouverte

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband
timer
1:00
Tegenstelling
Reden
Opsomming
want
ten slotte
en
verder
toch
omdat
echter
daarentegen

Slide 17 - Question de remorquage

Noem twee overeenkomsten
tussen een bij en een wesp.
timer
0:30

Slide 18 - Question ouverte

Geef je mening over dierentuinen en geef er een argument bij.
timer
1:00

Slide 19 - Question ouverte

timer
1:00
iets waarvan je kunt
controleren of het 
waar is
je gebuikt iets om iets te bereiken

waardoor iets komt

waarom je iets vindt

doel - middel

feit

oorzaak

argument

Slide 20 - Question de remorquage

timer
1:00
Noem vier tekstdoelen

Slide 21 - Carte mentale


timer
0:30
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Instrueren
D
activeren

Slide 22 - Quiz

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
timer
1:00
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 23 - Question de remorquage

De schrijver wil dat je zijn mening overneemt.
Welk tekstdoel hoort hierbij?
A
overhalen
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 24 - Quiz

Een schrijver wil met een recensie de lezer...
A
overhalen
B
overtuigen
C
activeren
D
informeren

Slide 25 - Quiz

Wat heb je nog niet goed begrepen?

Slide 26 - Question ouverte