toets veiligheid en de brander

Wat betekent dit symbool?
1 / 21
suivant
Slide 1: Question ouverte
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat betekent dit symbool?

Slide 1 - Question ouverte

Wat betekent dit symbool?
A
Giftige stoffen
B
Gevaar gezondheid
C
schadelijke of irriterende stoffen
D
corrosieve stoffen

Slide 2 - Quiz

Wat betekent dit symbool?
A
Giftige stoffen
B
gevaar gezondheid
C
irriterende stoffen
D
gevaar milieu

Slide 3 - Quiz

Wat betekent dit symbool?
A
Gevaar gezondheid
B
Giftige stoffen
C
Gevaar milieu
D
Schadelijke of irriterende stoffen

Slide 4 - Quiz

Met welke knop zet je de brander uit?
A
Gasknop
B
Luchtschijf
C
De uit-knop
D
Gele hoofdkraan

Slide 5 - Quiz

Wat moet je verplicht dragen tijdens het practicum?
A
Bril, jas, petje
B
Petje, jas, bril
C
Labjas en Bril
D
Labjas en petje

Slide 6 - Quiz

Waar moet je jouw jas en tas opbergen tijdens een practicum?
A
Tas en jas in het rek.
B
Tas in de gang, jas op de gang op de kapstok.
C
Tas onder je tafel, jas in het rek.
D
Jas over je stoel, tas op je rug.

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste volgorde bij het aanzetten van de brander?
1. Sluit de gasslang aan.
2. Draai de gasknop open.
3. Kijk of er niets in de schoorsteen zit.
4. Draai de hoofdkraan open.
5. Draai de luchtschijf en de gasknop dicht.
6. Steek een lucifer aan.
A
2-5-1-3-4-6
B
3-5-1-4-6-2
C
5-1-3-4-6-2
D
1-3-5-6-4-2

Slide 8 - Quiz

Wat is de volgorde bij het opruimen van de brander?
1. Draai de gaskraan dicht.
2. Ruim de brander op.
3. Draai de luchtschijf dicht.
4. Draai de gasknop dicht.
5. Haal de gasslang los.
A
3-1-4-5-2
B
1-3-5-4-2
C
1-3-4-5-2
D
3-4-1-5-2

Slide 9 - Quiz

Wat moet je dragen of gebruiken wanneer je met een brander gaat werken?

Slide 10 - Question ouverte

Welke vlam
herken je
hiernaast?
A
blauwe vlam
B
oranje vlam
C
ruisende vlam
D
pauze vlam

Slide 11 - Quiz

Situatie:
* luchtschijf dicht
* gasregelknop open
A
stille blauwe vlam
B
ruisende blauwe vlam
C
gele vlam
D
geen vlam

Slide 12 - Quiz

Situatie:
* luchtschijf dicht
* gasregelknop dicht
A
stille blauwe vlam
B
ruisende blauwe vlam
C
gele vlam
D
geen vlam

Slide 13 - Quiz

Is snelheid een grootheid of eenheid?
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 14 - Quiz

Gram, kilogram hoort bij de grootheid
A
massa
B
volume
C
tijd

Slide 15 - Quiz

Een lokaal is 8,6 meter breed.
Hoeveel centimeter is dat
A
0,860
B
860
C
8 600
D
86 000

Slide 16 - Quiz

Sleep het voorwerp naar de naam en wat het doet
douche
brandblusser
blusdeken
oogdouche
noodknop
brandende kleding
brand blussen
alle elektriciteit/
gas direct uit
gevaarlijke stof in oog

bijtende stof op lichaam

Slide 17 - Question de remorquage

Welke is GEEN eenheid?
A
Minuten
B
Lengte
C
Centimeter
D
Kilogram

Slide 18 - Quiz

Wat is de eenheid van afstand?
A
kg
B
m
C
s

Slide 19 - Quiz

Tijd en lengte zijn allebei
A
tijd
B
meetinstrument
C
grootheden
D
eenheden

Slide 20 - Quiz

Wat is de GROOTheid die een thermometer meet?
A
Graden Celsius
B
Meters
C
Temperatuur
D
Lengte

Slide 21 - Quiz