Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Over de grens
Weet je het nog?
Slide 1 - Diapositive
Als de prijs van een importproduct daalt, zal de import van dit product
A
dalen
B
stijgen
Slide 2 - Quiz
Met welk percentage is de Nederlandse export van groenten in 2011 toegenomen t.o.v. 2010? antw. 1 decimaal
A
5,0
B
0,5
C
0,05
D
0,005
Slide 3 - Quiz
Wat is wederuitvoer?
A
goederen aan een ander land verkopen
B
goederen importeren en dan doorverkopen aan het buitenland
C
Een protectiemaatregel om import tegen te gaan
D
Goederen verkopen aan het buitenland die in Nederland gemaakt zijn
Slide 4 - Quiz
Nederland voert in een jaar 450.000 ton mandarijnen in (1ton= 1000 kg) voor een prijs van gemiddeld € 0,78 per kg. Wat is de totale invoerwaarde?
A
€ 351.000
B
€ 35.100.000
C
€ 351.000.000
D
576.923.077
Slide 5 - Quiz
Wat is het percentage van ons nationaal inkomen dat we verdienen met export?
A
Importquote
B
Open economie
C
Contigentering
D
Exportquote/percentage
Slide 6 - Quiz
Een Nederlandse autoreparatiebedrijf koopt uitlaten bij een Belgische fabrikant Is hier sprake van import of export?
A
import
B
export
Slide 7 - Quiz
De economie in Duitsland is gekrompen. Waarom is dit slecht nieuws voor Nederlandse bedrijven?
A
Nederlandse bedrijven zullen meer naar Duitsland exporteren
B
Nederlandse bedrijven zullen minder naar Duitsland exporten
C
Nederlandse bedrijven zullen dan meer uit Duitsland importeren
D
Nederlandse bedrijven zullen dan minder uit Duitsland importeren.
Slide 8 - Quiz
Wat gebeurt er met de internationale concurrentiepositie van een land als de lonen in dat land stijgen?
A
blijft gelijk
B
verbetert
C
verslechtert
Slide 9 - Quiz
Contingentering betekent dat:
A
er geen producten mogen worden ingevoerd
B
er een bepaalde hoeveelheid producten mag worden ingevoerd
C
er een bepaalde hoeveelheid producten mag worden uitgevoerd
D
op de ingevoerde producten invoerheffing betaald moet worden.
Slide 10 - Quiz
Gegevens van Duitsland: Nationaal inkomen € 3.716 miljard Invoerwaarde € 1.269 miljard Uitvoerwaarde € 1.004 miljard Wat is het importpercentage van Duitsland?
A
7%
B
27%
C
34%
D
79%
Slide 11 - Quiz
De koers van de euro ten opzichte van de dollar is gedaald hierdoor zal de export van Nederland naar Amerika
A
afnemen
B
toenemen
C
gelijk blijven
Slide 12 - Quiz
In China leven 1.357 miljoen mensen. Het nationaal inkomen is 3.284 miljard. Wat is het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking?
A
2240
B
4202
C
2420
D
4002
Slide 13 - Quiz
Nederland moet 0,7% van het nationaal inkomen uitgeven aan ontwikkelingshulp. Het nat. inkomen is 780 miljard. Wat moet Nederland dan dus uitgeven aan ontwikkelingshulp?
A
546.000.000
B
546.000
C
546.000.000.000
D
5.460.000
Slide 14 - Quiz
Wat is een voorbeeld van structurele hulp?
A
Medicijnen geven
B
Voedsel en water geven
C
Mensen opleiden
D
Tenten sturen
Slide 15 - Quiz
Noodhulp of structurele hulp?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp
Slide 16 - Quiz
Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?
A
Door noodhulp.
B
Door structurele hulp.
Slide 17 - Quiz
1. Armoede 2. niet kunnen lezen of schrijven 3. niet naar school 4. kinderarbeid 5. ongeschoold werk
Wat is de juiste volgorde van de vicieuze cirkel?
A
1 - 2 - 3 - 4 -5 -1 - ...
B
1 - 2 - 4 - 3 - 5 - 1-...
C
1 - 4 - 2 - 3 - 5 - 1-...
D
1 - 4 - 3 - 2 - 5 - 1 - ...
Slide 18 - Quiz
Europese unie
Slide 19 - Diapositive
wat zijn voordelen van het oprichten van de EU ?
A
meer productie
B
een grotere interne markt
C
de quota
Slide 20 - Quiz
Wat is een voordeel van de EU?
A
Stabiliteit en vrede
B
Als land alleen heb je minder macht en invloed
C
Vrije handel
D
Vrij verkeer van personen
Slide 21 - Quiz
1. Vrij verkeer van goederen en diensten 2. Vrij verkeer van personen 3. Vrij verkeer van kapitaal
A
de Europese Monetaire Unie
B
de interne markt van de EU
C
de betalingsbalans van de EU
D
de Europese Centrale Bank
Slide 22 - Quiz
Onder welk vrij verkeer valt het plaatje hiernaast?
A
Vrij verkeer van goederen
B
Vrij verkeer van diensten
C
Vrij verkeer van personen
D
Vrij verkeer van kapitaal
Slide 23 - Quiz
De Eurozone is hetzelfde als de Europese Monetaire Unie.