9.4/7.4 je bloed stroomt

Vandaag:

Herhalen 9.1/7.1 tot en met 9.3/7.3

Uitleg en maken deel 9.4/7.4

Terug blikken uitleg 9.4/ 7.4

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vandaag:

Herhalen 9.1/7.1 tot en met 9.3/7.3

Uitleg en maken deel 9.4/7.4

Terug blikken uitleg 9.4/ 7.4

Slide 1 - Diapositive

Welke taak heeft het bloedvatenstelsel?
A
Aansturen van het hart.
B
Kleinmaken van voedsel
C
Opnemen van zuurstof
D
Vervoeren van voedingsstoffen

Slide 2 - Quiz

Bij welk orgaanstelsel horen de mond, slokdarm en maag?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Zenuwstelsel

Slide 3 - Quiz

Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen
B
Voedingsstoffen opnemen in het bloed
C
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen
D
Voedingsstoffen klein maken

Slide 4 - Quiz

Welk verteringssap komt in de mondholte bij het voedsel?
A
Alvleessap
B
Speeksel
C
Maagsap
D
Darmsap

Slide 5 - Quiz

Waaruit bestaat bloed?

Bloed bestaat uit bloedplasma en bloedcellen.

Bloedplasma is een lichtgele vloeistof.

De meeste bloedcellen zijn rode boedcellen. Hierdoor wordt het bloed ook rood.

Bloed vervoert afvalstoffen van de organen af. Bloedplasma vervoert voedingsstoffen en afvalstoffen. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.


Slide 6 - Diapositive

Welke soort bloedvaten heb je?

Bloedvaten en het hart vormen samen het bloedvatenstelsel.

Er zijn 3 soorten bloedvaten:

  1.  Slagaders, brengen het bloed van je hart naar de organen. De grootste slagader is de aorta.
  2.  Haarvaten, zijn dunne bloedvaatjes. Ze zitten in al je organen.
  3. Aders, vervoeren het vloef vanaf de organen weer terug naar je hart.

Slide 7 - Diapositive

Kleine en grote bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Hart-longen- hart

Grote bloedsomloop
Hart- alle organen in het lichaam - hart

Slide 8 - Diapositive

Samen doornemen (volgende week SO)

Maken: 7.4: Je bloed stroomt blz. 38 t/m 44

             7.4: Verdieping blz. 45

             7.4: Test jezelf blz. 46

Kader: Lezen: 9.4: Je bloed stroomt blz. 76 t/m 81

Maken: 9.4: Je bloed stroomt blz: 102 t/m 106

Heb je het af? Nakijken en maak je tekening af!

Daarna begin je aan de opdracht voor het tekenen van je torso!

Slide 9 - Diapositive

Tips om te leren voor je SO
Leer goed ´om te onthouden´ bij elke paragraaf
Leer goed en lees door de dik gedrukte woorden
Ken het torso en wat waar zit! Deze krijg je zeker tijdens het SO.


Slide 10 - Diapositive

SO tekening van je torso
Jullie gaan een tekening maken van je torso, hierbij denk je aan de tekenregels! Zie bord in de klas. 
Hieronder zie je een voorbeeld. Je mag gebruik maken van je boek en internet. Zorg dat je de lijnen netjes recht maakt met een liniaal!
Kleur net als bij het voorbeeld de onderdelen in.
Succes, inleveren donderdag 14 oktober!

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Welk deel van het bloed vervoert zuurstof
A
bloedplasma
B
Witte bloedcellen
C
Rode bloedcellen

Slide 13 - Quiz

In welke bloedvaten worden stoffen in het bloed opgenomen en aan organen afgegeven?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders

Slide 14 - Quiz

Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders

Slide 15 - Quiz