9. Het werkwoordelijk gezegde en meervouden op -en en -s

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DOEL


- Je kunt het

werkwoordelijk gezegde

in een zin vinden.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het onderwerp?
Het onderwerp
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Meervoud

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DOEL
- Je kent de regels voor meervoudsvormen op -en;

- Je kent de regels voor meervoudsvormen op -s of 's.


-Je weet dat er zelfstandige naamwoorden bestaan die geen meervoudsvorm hebben en kunt er een aantal noemen.

- Je weet dat er zelfstandige naamwoorden bestaan
die zich niet  aan de meervoudsregels houden.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkelvoud - meervoud
De meeste zelfstandig naamwoorden kun je in enkelvoud 
en meervoud zetten. Bij het enkelvoud is er één van iets, 
bij het meervoud is er méér van iets.

Let op! Er zijn uitzonderingen, zelfstandig naamwoorden die geen meervoud hebben. Bijvoorbeeld melk.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op een medeklinker
krijgen meestal -en in het meervoud.

Als het voor de uitspraak nodig is, verdubbel je 
de medeklinker of verenkel je de klinker.

kat - katten (niet: *katen), 
beer - beren (niet *beeren)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud op -s
1. Als de laatste lettergreep geen klemtoon heeft, 
is het meervoud op -s.
Bijvoorbeeld: vó-gel - vogels, bé-zem - bezems

2. Ook woorden die eindigen op een klinker
krijgen in het meervoud -s
Bijvoorbeeld: niveau - niveaus, toffee - tofee

Slide 10 - Diapositive

Benadruk dat de lettergreepregel een uitzondering is op de regel voor het meervoud op -en.
Let op!
Eindigt een woord op een enkele 
a, i, o, u, y
dan krijgt het meervoud -'s.
Dat is nodig om de klank gelijk te houden. 

oma - oma's (niet: *omas)
baby - baby's (niet: *babys)

Slide 11 - Diapositive

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Wat is de meervoudsvorm van het woord bureau?

Slide 12 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op een klinker (tweeklank).
Wat is de meervoudsvorm
van het woord avocado?
schrijf het antwoord niet met een hoofdletter

Slide 13 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op de enkele lange klinker 'o'.
Wat is de meervoudsvorm van het woord machine?

Slide 14 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op een klinker.
Wat is de meervoudsvorm
van het woord paardenbloem?

Slide 15 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker.
Wat is de meervoudsvorm van het woord dadel?

Slide 16 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker, maar de klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep: dá-del. 
Uitzonderingen
Een aantal woorden houden zich niet aan de standaard meervoudsregels. 

Bijvoorbeeld: 
koe-koeien, kind-kinderen, museum-musea

Hier ga je in latere lessen mee oefenen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VERDER VANDAAG:

- Maak de opdrachten online van

taalverzorging 'het werkwoordelijk gezegde'

- Schrijf de reflectie over

het werkwoordelijk gezegde


- Maak de opdrachten online van

taalverzorging 'meervoud op -en en -s'


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions