Talent 3vmbo-gt H2

Spelling
Vandaag leer je...
... hoe je een voltooid deelwoord (VD) schrijft.
... wat een tegenwoordig deelwoord (TD) is.
... hoe je een tegenwoordig deelwoord (TD) schrijft.
... hoe je samenstellingen schrijft.

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
nedeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Spelling
Vandaag leer je...
... hoe je een voltooid deelwoord (VD) schrijft.
... wat een tegenwoordig deelwoord (TD) is.
... hoe je een tegenwoordig deelwoord (TD) schrijft.
... hoe je samenstellingen schrijft.

Slide 1 - Diapositive

Voltooid deelwoord (VD)

- Hoort bij het werkwoordelijk gezegde.
- Kan nooit alleen in een zin staan.
- Staat altijd een vorm van hebben, zijn of worden in de zin.
- Staat meestal achteraan en begint met ge-.

Slide 2 - Diapositive

Voltooid deelwoord (VD)
Zwak VD eindigt op -t of -d
Ezelsbruggetje:
- 't sexy fokschaap
- langer maken


Sterk VD eindigt op -(e)n

Slide 3 - Diapositive

Tegenwoordig deelwoord (TD)
Een tegenwoordig deelwoord of onvoltooid deelwoord geeft aan dat een handeling nog bezig is.

Je schrijft het hele werkwoord + d.

Voorbeeld: fietsend, bellend, springend, lezend, lerend, etc.

Slide 4 - Diapositive

Samenstellingen met tussenletter -s en -(e)n
Twee woorden aan elkaar geplakt.

Als je een -s- hoort, dan schrijf je een tussen-s.
Soms hoor je geen tussen-s doordat het tweede woord met een s-klank begint. Verander het tweede woord dan.

Bijvoorbeeld:            dorpschool of dorpsschool?
                                        dorpsmeisje dus dorpsschool

Slide 5 - Diapositive

Samenstellingen met tussenletter -s en -(e)n
Soms gebruik je de tussenletter -(e)n-.



Basisregel: Je schrijft bij samenstellingen altijd -(e)n-.






Slide 6 - Diapositive

Samenstellingen met tussenletter -s en -(e)n
Maar! Er zijn een aantal uitzonderingen bij de tussen-n...

Je schrijft géén tussenletter-n als het eerste woord:
  1. geen zelfstandig naamwoord is.
  2. geen meervoud heeft.
  3. alleen een meervoud op -s heeft.
  4. een meervoud op -s en op -n heeft.
  5. uniek is.
  6. aangeeft hoe groot of leuk iets is en het hele woord een bijvoeglijk nw is.




Slide 7 - Diapositive

En nu...
... even oefenen.

Voordat we beginnen...

Gebruik je eigen voor- en achternaam.
Doe je dit niet? Dan word je verwijderd en mag je niet meer meedoen!

Slide 8 - Diapositive

Welke samenstelling is goed geschreven?
A
zonneschijn
B
plantebak
C
vitaminenpil
D
stationgebouw

Slide 9 - Quiz

Welke samenstelling is goed geschreven?
A
manenschijn
B
afstandbediening
C
hartenwens
D
hondehok

Slide 10 - Quiz

In welke zin is het voltooid deelwoord goed gespeld?
A
De jongen wordt aan zijn afspraak herinnert.
B
Wij hebben onze woonkamer geverfd.
C
Femke heeft haar kamer gestofzuigt.
D
Mijn zusje heeft altijd al geacteert.

Slide 11 - Quiz