A3 week 42 woensdag

Programma woensdag
  • nakijken huiswerk / vragen?
  • grammatica zinsdelen dus: pv, ow, wwg of ng, lv, mv, bwb.
  • samentrekking herhalen en nakijken



    1 / 25
    suivant
    Slide 1: Diapositive
    NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

    Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

    time-iconLa durée de la leçon est: 65 min

    Éléments de cette leçon

    Programma woensdag
    • nakijken huiswerk / vragen?
    • grammatica zinsdelen dus: pv, ow, wwg of ng, lv, mv, bwb.
    • samentrekking herhalen en nakijken



      Slide 1 - Diapositive

      Grammatica zinsdelen
      Herhaling van onder andere het naamwoordelijk gezegde

      Slide 2 - Diapositive

      Wat zoek je als eerste op in een zin?
      A
      onderwerp
      B
      persoonsvorm
      C
      lijdend voorwerp
      D
      zinsdelen

      Slide 3 - Quiz

      Verdeel de zin in zinsdelen. Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
      Renzo schrijft graag elke dag een gedicht voor Nina.
      A
      3
      B
      5
      C
      4
      D
      6

      Slide 4 - Quiz

      Mijn zus is vervelend.
      Deze zin heeft een ...
      A
      werkwoordelijk gezegde
      B
      naamwoordelijk gezegde

      Slide 5 - Quiz

      Het gebouw wordt afgebroken.
      Deze zin heeft een...
      A
      werkwoordelijk gezegde
      B
      naamwoordelijk gezegde

      Slide 6 - Quiz

      Wat is het naamwoordelijk gezegde in deze zin?
      De vervelende afwas bleef lang staan.
      A
      bleef
      B
      afwas bleef
      C
      afwas blijft vervelend
      D
      er is geen naamwoordelijk gezegde

      Slide 7 - Quiz

      Wat is het onderwerp in deze zin?
      Het bekende Nederlandse televisieprogramma van John de Mol bestaat al meer dan vijf jaar.
      A
      meer dan vijf jaar
      B
      Het bekende Nederlandse televisieprogramma
      C
      Het bekende Nederlandse televisieprogramma van John
      D
      Het bekende Nederlandse televisieprogramma van John de Mol

      Slide 8 - Quiz

      Wie heeft mijn scooter gerepareerd?
      mijn scooter =
      A
      onderwerp
      B
      meewerkend voorwerp
      C
      lijdend voorwerp
      D
      bijwoordelijke bepaling

      Slide 9 - Quiz

      Opa geeft zijn laatste gebakje weg.
      opa =
      A
      onderwerp
      B
      lijdend voorwerp
      C
      meewerkend voorwerp
      D
      werkwoordelijk gezegde

      Slide 10 - Quiz

      Gisteren heeft de directeur een lezing gehouden.
      gisteren =
      A
      onderwerp
      B
      meewerkend voorwerp
      C
      lijdend voorwerp
      D
      bijwoordelijke bepaling

      Slide 11 - Quiz

      Extra uitleg
      Vind het nog steeds lastig om het naamwoordelijk gezegde in een zin te vinden en goed te noteren? Kijk dan het filmpje op de volgende slide. 
      Begrijp je het al goed? Sla het filmpje dan over en ga verder!

      Slide 12 - Diapositive

      0

      Slide 13 - Vidéo

      Naamwoordelijk gezegde
      Een zin heeft één gezegde. Dit is óf een werkwoordelijk, óf een naamwoordelijk gezegde. 

      Heeft een zin een naamwoordelijk gezegde, dan heeft deze zin géén werkwoordelijk gezegde en ook geen lijdend voorwerp.

      Heeft de zin géén ng? Dan heeft de zin een wg!

      Slide 14 - Diapositive

      Naamwoordelijk gezegde
      Het ng bestaat uit:
      • Koppelwerkwoord + eventuele andere werkwoorden + dat wat over het onderwerp gezegd wordt.

      Koppelwerkwoorden
      • Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen

      Slide 15 - Diapositive

      Naamwoordelijk gezegde
      Het ng bestaat dus uit:
      • Koppelwerkwoord en eventuele andere ww's  
             (= werkwoordelijk deel)
      • Dat wat over het onderwerp gezegd wordt (een bijv. naamwoord of een zelfst. naamwoord)
             (= naamwoordelijk deel)

      Slide 16 - Diapositive

      Simon is vorige week 16 geworden. Noteer het naamwoordelijk gezegde uit deze zin.

      Slide 17 - Question ouverte

      De zomervakantie lijkt mij de fijnste tijd van het jaar.
      Noteer het naamwoordelijk gezegde.

      Slide 18 - Question ouverte

      Slide 19 - Lien

      samentrekking
      • werkwoordelijke uitdrukking - figuurlijk gebruikt...                 (zie volgende slide voor website met uitleg)
      • Tip: let goed op de functie van het werkwoord!                          
      • koppelwerkwoord
      • zelfstandig werkwoord
      • hulpwerkwoord

      Slide 20 - Diapositive

      Slide 21 - Diapositive

      Slide 22 - Diapositive

      Slide 23 - Lien

      na de herfstvakantie
      • 27 oktober: inleveren onderzoeksvragen.
      • een leesboek bij je hebben, mag ook op IPad.
      • wil je al de LessonUp lessen terugzien? Gebruik dan deze link: (jullie klascode is: yugzv

      https://LessonUp.app/invite/group/yugzv


      Slide 24 - Diapositive

      Slide 25 - Diapositive