C.2: Tornado's

C.2 Tornado's
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

C.2 Tornado's

Slide 1 - Diapositive

Er wordt gesproken over een orkaan bij:
A
Windkracht 10 en hoger
B
Windkracht 12 en hoger
C
wind vanaf 110 km per uur
D
elke tropische storm is een orkaan

Slide 2 - Quiz

Wat is geen gevolg van een orkaan?
A
lavastromen
B
regen
C
wind
D
vloedgolven

Slide 3 - Quiz

Een orkaan zwakt af als...
A
De luchttemperatuur om laag gaat
B
Het boven land komt
C
Het boven zee komt
D
Een orkaan zwakt altijd af na twee dagen

Slide 4 - Quiz

Wat is geen kenmerk van een orkaan?
A
Een wolkeloos midden; het oog.
B
Wordt gemeten op de schaal van Beaufort.
C
Er valt veel neerslag
D
Het kan aardverschuivingen veroorzaken.

Slide 5 - Quiz

Het orkaan seizoen is
A
in het voorjaar
B
in het najaar

Slide 6 - Quiz

wat is geen orkaan?
A
Hurricane
B
Typhoon
C
Tornado
D
cycloon

Slide 7 - Quiz

Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.
1

2

3

4
Doordat de aarde draait, begint ook de vochtige lucht te draaien.
Orkanen ontstaan rond de evenaar. Het zeewater moet minstens 26°C zijn.
Water verdampt. De lucht is koud. Waterdamp condenseert, er ontstaan zware buien.
Zolang de orkaan boven zee is blijft deze groeien. Eenmaal aan land neemt de kracht af.

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen een tornado en een orkaan?

Slide 9 - Question ouverte

Tornado Alley
In het midden van de VS komen de meeste tornado’s voor: Tornado Alley.
  • gemiddeld 1.253 per jaar
  • Meeste tornado’s als de temperatuurverschillen tussen de luchtsoorten het grootst zijn. 

Slide 10 - Diapositive

Joplin voor
Joplin na....

Slide 11 - Diapositive

Joplin
In 2011 kreeg het stadje Joplin te maken met een tornado (twister). 
  • zeer krachtige wervelwind met een trechtervormige slurf
  • korte duur, veel schade, veel slachtoffers
Joplin

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Hoe stopt een tornado?
Hoe stopt een tornado:
  • na zo’n 10 km
  • als er niet meer voldoende warme, vochtige lucht beschikbaar is

Kenmerken
Kenmerken van een tornado:
  • doorsnede van 100 tot 450 m
  • windstoten tot 400 km/uur
  • richt enorme schade aan
Kracht tornado

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Denk je dat er in Nederland ook tornado's voorkomen?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Vidéo

Er komen dus zelden tornado's voor in Nederland. Wat maakt de omstandigheden in de V.S. zo speciaal dat daar vaak tornado's voorkomen?

Slide 21 - Question ouverte

Open je boek op pagina 45, lees "Verschillen orkanen en tornado's" en benoem de vier verschillende orkanen en tornado's.
1..., 2..., 3... en 4....

Slide 22 - Question ouverte

Sleep de uitspraken naar de juiste kolom:
Deze uitspraken zijn juist.
Deze uitspraken zijn onjuist.
Een tropische orkaan wordt in de VS een hurricane genoemd.
Het centrum van een orkaan waar het windstil is, noem je een slurf.
Een tornado is goed voorspelbaar en ontstaat boven land.
De schade van een tornado vindt altijd plaats op lokale schaal.
Tornado's worden altijd aangeduid met een naam.

Slide 23 - Question de remorquage


Een tornado heeft ook een oog
A
nee een tornado heeft alleen een slurf
B
ja, in de slurf maar die is kleiner dan van een orkaan
C
ik heb geen flauw idee, ik gok
D
ja, in de slurf maar die is groter dan van een orkaan

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Nu doen:
  • Maak van C.2 minimaal: 3a, 5d, 6a en check de deelvragen (blz. 63).
  • Maak de examentraining.
  • Leer voor se.

Slide 28 - Diapositive