LD 6 -H3-1MH - Rekenvolgorde

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

LEERDOEL 1

Hoofdstuk 3 - Getal & Ruimte

Assenstelsels & Grafieken

LEERDOEL 1

Ik ken de rekenvolgorde en kan deze goed gebruiken bij verschillende sommen, ook als er negatieve getallen in zitten.

LEERDOEL 6

Rekenvolgorde

Als je een som uitrekent, moet je je houden aan de rekenvolgorde. 

Net als in het verkeer zijn er met rekensommen voorrangsregels. 

De volgorde die je in sommen moet aanhouden is: 

• de som tussen de haakjes ()
• (machten en wortels x² en.    ) - krijg je later!
• keer en  delen , dus    x en :
• optellen en aftrekken, dus + en - 
  

√​​​​

Een ezelsbruggetje daarbij is: 

hoe 

(moeten wij) 

van die    * en :

onvoldoendes afkomen     

√​​​​

()

x​2​​

+en−

Voorbeelden

2+9⋅6−2=

8+3⋅(7+2)=

2+9⋅6−2=

8+3⋅(7+2)=

2+54−2=

56−2=54

8+3⋅9=

8+27=35

los op, schrijf je hele berekening op:
(2--4)x(-10:-2)-10=

los op, schrijf je hele berekening op:

(−3−2​3​​)⋅3−7⋅3=

Sleep de bewerkingen naar de goede plek

eerst

laatst

 ( )

  x

 +

  :

  -

  x²

los op, schrijf je hele berekening op:
(2+4)x2=

los op, schrijf je hele berekening op:
3+(8-2)x2=

Dus, zo zit het met de rekenvolgorde:

()

x en :

+ en -

x​2​​en√