Mavo 3 les 9 CB

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welkom
Leg op tafel:
Leesboek
Kernboek
Laptop 
Map + pen/potlood

Beginnen met lezen!




Slide 2 - Diapositive

Agenda 

1. Boek lezen (recensie)
2. Werkwoordsvormen
3. Je keert wat de functie is van een alinea in een tekst (nakijken huiswerk)
4. NUMO (tijd over)

WERKHOUDING!



Slide 3 - Diapositive

Begrijpend lezen 
Les 14             Tekstdoelen
Les 15             Tekstverbanden
Les 27             Functie van een alinea 

Spelling/grammatica
Les 13              Verschillende werkwoordsvormen (nog een keer)
Les 26              Samenstellingen
Les 39              Verschillende werkwoordsvormen

Schrijven
Les  38              Informatieve teksten
Les  76,77,78   Schrijfplan





   

stap 1b. Welke lesstof wordt deze periode behandeld?
Fictie
Les 4 Fictie
Les 17 Personages
Les 18 Omgeving
Les 31 Realistisch en niet-realistisch

Slide 4 - Diapositive

Nakijken huiswerk
Wat is de functie van een alinea?
Wat vind je in de inleiding? En in de kern en het slot?

Kern 27 p. 58 opdr 5 tm 10


Slide 5 - Diapositive

Kern 39 Werkwoordsvormen p.82
- Persoonsvorm tegenwoordige tijd
- Persoonsvorm verleden tijd
- Voltooid deelwoord
- Engelse woorden
--> herhalen regels

Slide 6 - Diapositive

Vul de juiste vorm in:
Vorige week (verven) mijn broer en ik onze slaapkamers.
A
verven
B
verften
C
verfde
D
verfden

Slide 7 - Quiz

Welke zin is juist gespeld?
A
Als ik het antwoord niet raad, word zij boos.
B
Als ik het antwoord niet raadt, word zij boos.
C
Als ik het antwoord niet raadt, wordt zij boos.
D
Als ik het antwoord niet raad, wordt zij boos.

Slide 8 - Quiz

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Mijn vader .... de auto bij Aegon.
A
verzeker
B
verzekert
C
verzekerd
D
verzekerdt

Slide 9 - Quiz

In welke zin is de persoonsvorm juist gespeld?
A
Hij verhuist volgende week naar Amsterdam.
B
Hij verhuisd volgende week naar Amsterdam.
C
Hij verhuisdt volgende week naar Amsterdam.
D
Hij verhuisde volgende week naar Amsterdam.

Slide 10 - Quiz

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

De zon .... licht en warmte.
A
verspreit
B
verspreid
C
verspreidt
D
versprijt

Slide 11 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Als het regent wordt je nat.
B
Als het regent word je nat.
C
Als het regent, wordt je nat.
D
Als het regent, word je nat.

Slide 12 - Quiz

Ik heb de afgelopen weken bijna niets (verdienen).
A
verdient
B
verdiend
C
verdiendt

Slide 13 - Quiz

Hij kreeg zijn (verdienen) loon
A
verdiende
B
verdiendde

Slide 14 - Quiz

Schrijfopdracht (inleveren)
- Zoek een recensie over je leesboek
- Lees de tekst en haal de belangrijkste zinnen uit inleiding, kern en slot. Denk aan het leesdoel!
- Denk na over wat je van het boek vindt
- Schrijf zelf een recensie (3 alinea's) over het boek (doel, functies alinea's)

Slide 15 - Diapositive

Is het gelukt al je leerdoelen te halen? Denk aan werkhouding, persoonsvormen en functie alinea?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Volgende keer
- Verder met Kern 39 (1, 2, 3 7 en 8)
- Bespreken schrijfopdracht
- Lezen
- Numo

Slide 17 - Diapositive