Les 5

huiswerk
Naar perfectie: 
opdr. 17, blz 234
opdr. 21, blz 237
opdr. 6a, blz 252

Schrijfopdracht: 
Schrijf aan de kern van je tekst.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolBeroepsopleidingvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

huiswerk
Naar perfectie: 
opdr. 17, blz 234
opdr. 21, blz 237
opdr. 6a, blz 252

Schrijfopdracht: 
Schrijf aan de kern van je tekst.

Slide 1 - Diapositive

opdracht 17
blz.234
1. Iris overdrijft altijd zo. / De wolken drijven vast wel over.
2. Is dat jou ooit overkomen? / De boodschap is duidelijk overgekomen.
3. Hij heeft een zware operatie ondergaan. / De zon is ondergegaan.
4. Veel soorten komen niet in Europa voor. / Zo voorkom je ongelukken.
5. Toen brak de schrijver door. / Een harde schreeuw doorbrak de stilte.

Slide 2 - Diapositive

opdracht 21
blz. 237
1.   beschermen tegen
2.   recht hebben op
3.   beslissen over
4.   terugvallen op
5.   aanspreken op
6.   afleiden uit

7.   te maken krijgen met
8.   erop toezien
9.   in dit verband
10. aansprakelijk stellen voor 
11. promoveren op
12. in strijd zijn met

Slide 3 - Diapositive

opdracht 6
blz. 253
Wat spreekt jou aan in de uitspraak van je keuze?

1. Wie was Einstein, wat weet je over hem, wat weet je over zijn tijdgenoten?
2. Wie zijn de beroemde wetenschappers uit jouw geboorteland?
3. Welke wetenschapper bewonder jij?
4. Welke ontdekking / uitvinding vind jij belangrijk?

Slide 4 - Diapositive

blz. 241

Slide 5 - Diapositive

7 x zullen
Ik zal jullie iets vertellen over zullen.
Zal ik eens iets vertellen over zullen?
Ze zal wel iets vertellen over zullen.
Zal ik vandaag zullen of 'er' behandelen?
Volgende les zal ik 'er' behandelen.
Ik zal dat onderwerp onder de knie krijgen.
Je zal maar Nederlandse les hebben.
blz. 79
  1. Belofte
  2. Voorstel
  3. Waarschijnlijkheid
  4. Advies vragen
  5. Toekomst (formeel)
  6. Sterk voornemen
  7. Inleven
blz. 262, opdr. 11a

Slide 6 - Diapositive

8 x zouden
Zou je dat even willen halen?
Je zou eens wat gezonder moeten eten.
Ook als ik rijk zou zijn, zou ik werken.
Hij zou fraude hebben gepleegd.
Zou de goede sint wel komen, nu het weer zo lelijk is?
Ik zou toch salarisverhoging krijgen?
Ik zou wel een paar maanden naar Ghana willen.
Ik zal / zou je iets vertellen.
blz. 79
  1. Beleefde vraag
  2. Advies
  3. Voorwaarde
  4. Van horen zeggen
  5. Twijfel
  6. Herinnering
  7. Wens
  8. Verleden tijd van zullen
blz. 262, opdr. 11 b/c

Slide 7 - Diapositive

blz. 147

Slide 8 - Diapositive

blz. 127
preposities
over 10 minuten
binnen een uur
in 10 minuten
over een week
na een week
om de week
om de drie uur
10 minuten na nu
voor dat er een uur om is 
je hebt er 10 minuten over gedaan
elke drie uur
een keer in de 14 dagen
een week later
het duurt nog een week

Slide 9 - Diapositive

blz. 130
preposities
van ... tot
van ... tot en met
vanaf ...

werken bij
werken voor

onduidelijk wat de laatste dag is
de eerste en de laatste dag 
onduidelijk wanneer je terugkomt 
het bedrijf is opdrachtgever
in dienst, tijdelijk of vast

Slide 10 - Diapositive

blz. 242

Slide 11 - Diapositive

toevoegen
afleiden
blootstaan
(zich) bezighouden
meewerken
overeenkomen
voorafgaan
blootstellen
aanmerken
deelnemen
aanpassen
met
door
aan
tot
aan
uit
met
aan
van
met
aan
door
uit
van
van
tot
met
aan
uit
over
van
tot
aan
tot
met
met
uit
aan
naar
tegen
op
aan
na

Slide 12 - Diapositive

toevoegen
afleiden
blootstaan
(zich) bezighouden
meewerken
overeenkomen
voorafgaan
blootstellen
aanmerken
deelnemen
aanpassen
met
door
aan
tot
aan
uit
met
aan
van
met
aan
door
uit
van
van
tot
met
aan
uit
over
van
tot
aan
tot
met
met
uit
aan
naar
tegen
op
aan
na
aan
uit
aan
met
aan
met
aan
aan
op
aan
aan

Slide 13 - Diapositive

blz.180
de sjwa Ə
misschien
consternatie
gewijzigd

Slide 14 - Diapositive

huiswerk
Naar perfectie (blz. 248)
Bedenk een kort verhaaltje met de uitdrukking uit de tekst RoboEarth. 

77 puntjes
27 - blz. 79 opdracht 1 en 2
28 - blz. 81 opdracht 1 en 2

Schrijfopdracht
Schrijf de inleiding van je tekst.

Slide 15 - Diapositive