Mavo3 - Arm en Rijk herhalen (H3 en casus)

Deze les
* Herhalen via een quiz lessonup.
* Hierin is de notatie van je antwoord ook belangrijk.

Doel van deze les:
* Veel stof voor de toets herhalen.
* Duidelijk kunnen noteren op de toetsen die komen.
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Deze les
* Herhalen via een quiz lessonup.
* Hierin is de notatie van je antwoord ook belangrijk.

Doel van deze les:
* Veel stof voor de toets herhalen.
* Duidelijk kunnen noteren op de toetsen die komen.

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 3:

Arm en rijk in Nederland

Slide 2 - Diapositive

Welke van de onderstaande kenmerken hoort altijd bij een rijke wijk?
A
Alleen koopwoningen.
B
Hoge WOZ-waarde.
C
Veel groenvoorzieningen.
D
Veel laagbouw.

Slide 3 - Quiz

Waar hoort 'hoeveelheid groenvoorzieningen' bij...


A
welzijn
B
welvaart

Slide 4 - Quiz

Waar hoort 'aantal inbraken per maand' bij...
A
welzijn
B
welvaart

Slide 5 - Quiz

Waar hoort 'huizenprijzen' bij...
A
welzijn
B
welvaart

Slide 6 - Quiz

Leg uit waarom een hoge autodichtheid een voorbeeld is van een situatie waarbij een hoge welvaart en veel welzijn niet altijd samengaan.

Slide 7 - Question ouverte

Leg uit waarom een hoge autodichtheid een voorbeeld is van een situatie waarbij een hoge welvaart en veel welzijn niet altijd samengaan.



* In wijken met meer welvaart is de autodichtheid hoger. Het verkeer is daardoor drukker en minder veilig, waardoor het welzijn afneemt.


*In wijken met meer welvaart is de autodichtheid hoger. Door alle geparkeerde auto’s is er minder speelruimte voor kinderen, waardoor het welzijn afneemt.

Slide 8 - Diapositive

Bekijk de bovenstaande afbeelding.

Slide 9 - Diapositive

Zie je hier koopwoningen of huurwoningen? Waar zie je dit aan?

Slide 10 - Question ouverte

Zie je hier koopwoningen of huurwoningen? Waar zie je dit aan?

Op de afbeelding zie je huurwoningen. Dit kun je zien aan de afbeelding omdat alle huizen hetzelfde zijn.

Slide 11 - Diapositive

Met welke drie onderdelen wordt de HDI berekend

Slide 12 - Question ouverte

Welk antwoord past goed bij de problemen in die wijken?
A
weinig sociale cohesie en veel sociale onveiligheid
B
veel sociale cohesie en weinig sociale onveiligheid
C
weinig sociale cohesie en weinig sociale onveiligheid
D
veel sociale cohesie en veel sociale onveiligheid

Slide 13 - Quiz

Leg uit waarom juist arme mensen in Nederland lijden aan welvaartsziekten.

Slide 14 - Question ouverte

Leg uit waarom juist arme mensen in Nederland lijden aan welvaartsziekten.

Arme mensen hebben weinig geld waardoor ze goedkoop voedsel kopen, dat vaak ongezonder is. Door het eten van dit ongezonde voedsel loop je sneller een welvaartsziekte op.

Slide 15 - Diapositive

Welke vorm van honger komt in de uitspraak terug? "Genoeg calorieën, te weinig vitamine en mineralen."
A
Kwalitatieve ondervoeding
B
Kwantitatieve ondervoeding

Slide 16 - Quiz

Leg uit waarom open grenzen gunstig zijn voor Nederlandse werkgevers.

Slide 17 - Question ouverte

Leg uit waarom open grenzen gunstig zijn voor Nederlandse werkgevers.

Een voordeel van open grenzen voor Nederlandse werkgevers  is dat ze goedkoper personeel uit het buitenland kunnen aannemen.

Slide 18 - Diapositive

Leg uit waarom open grenzen ongunstig zijn voor laagopgeleide Nederlandse werknemers.

Slide 19 - Question ouverte

Leg uit waarom open grenzen ongunstig zijn voor laagopgeleide Nederlandse werknemers.

Een nadeel van open grenzen voor laagopgeleide Nederlandse werknemers is dat ze sneller hun baan kwijtraken / minder makkelijk een baan vinden. Dit komt omdat goedkopere arbeidskrachten uit andere EU-landen die banen krijgen.

Slide 20 - Diapositive

Leg uit dat de nieuwe koopwoningen noodzakelijk zijn voor het slagen van het winkelcentrum.

Slide 21 - Question ouverte

Leg uit dat de nieuwe koopwoningen noodzakelijk zijn voor het slagen van het winkelcentrum.


Nieuwe koopwoningen zijn noodzakelijk voor het slagen van een winkelcentrum omdat door de nieuwbouw er meer en rijkere mensen in de wijk wonen.
Daardoor krijgen de winkels genoeg klanten.

Slide 22 - Diapositive

Bekijk de bovenstaande afbeelding.

Slide 23 - Diapositive

Welke kenmerken horen bij de meeste mensen die wonen in de donkerrode gebieden?
A
Hoog besteedbaar inkomen
B
Lage opleiding
C
Lage gemiddelde leeftijd
D
Lage levensverwachting

Slide 24 - Quiz

Wie van de onderstaande personen behoort tot de beroepsbevolking?
A
Kim, 15 jaar en past elke vrijdag op haar buurmeisje.
B
Henk, 68 jaar en met pensioen.
C
Eva, 36 jaar en kan niet meer werken door een ongeluk.
D
Raoul, 36 jaar en werkzoekende.

Slide 25 - Quiz

Casus:

Arm en rijk in Ogoniland

Slide 26 - Diapositive

Noem een verschil tussen vroeger en nu wanneer je kijkt naar de visvangst van de Ogoni.

Slide 27 - Question ouverte

Noem een verschil tussen vroeger en nu wanneer je kijkt naar de visvangst van de Ogoni.


Vroeger hadden de Ogoni een grote visvangst. Nu hebben de Ogoni weinig visvangst.

Slide 28 - Diapositive

Noem een direct en een indirect gevolg van de oliewinning waardoor de Ogoni nu honger hebben.

Slide 29 - Question ouverte

Noem een direct en een indirect gevolg van de oliewinning waardoor de Ogoni nu honger hebben.

Direct gevolg: Door de oliewinning vangen de Ogoni minder vis en is hun land minder vruchtbaar, waardoor ze minder te eten hebben.
Indirect gevolg: Door de oliewinning kunnen de Ogoni hun vis of landbouwproducten niet meer verkopen en met het verdiende geld voedsel kopen.

Slide 30 - Diapositive

Wat is de belangrijkste oorzaak van de olielekkages in Nigeria in 2017?

Slide 31 - Diapositive

Wat is de belangrijkste oorzaak van de olielekkages in Nigeria in 2017?

Slide 32 - Question ouverte

Wat is de belangrijkste oorzaak van de olielekkages in Nigeria in 2017?


Sabotage en diefstal is de belangrijkste oorzaak van de olielekkages in Nigeria in 2017.

Slide 33 - Diapositive

Hoe zorgt ondervoeding voor armoede?

Slide 34 - Question ouverte

Hoe zorgt ondervoeding voor armoede?

  • Door ondervoeding kun je minder goed werken. Het inkomen zal dalen waardoor er armoede ontstaat.
  • Door ondervoeding kun je minder goed presteren op school. Met een lager opleidingsniveau verdien je vaak minder geld waardoor armoede ontstaat.

Slide 35 - Diapositive

Tom heeft op zijn reis naar Zuidoost-Azië malaria opgelopen. Dit is een ...
A
armoedegerelateerde ziekte
B
omgevingsgerelateerde ziekte

Slide 36 - Quiz

Veel Ogoni zijn ziek omdat ze niet aan goede medicijnen kunnen komen, vanwege de hoge prijs. Dit is een...
A
armoedegerelateerde ziekte
B
omgevingsgerelateerde ziekte

Slide 37 - Quiz

Nwankwo deelt de kleine slaapkamer met zijn vijf broers. Hijzelf en drie van zijn broers lijden aan tuberculose. Dit is een...
A
armoedegerelateerde ziekte
B
omgevingsgerelateerde ziekte

Slide 38 - Quiz

Is wat je ziet in bron 5 een bronoplossing of een symptoomoplossing? Leg je antwoord uit.

Slide 39 - Diapositive

Is wat je ziet in bron 5 een bronoplossing of een symptoomoplossing? Leg je antwoord uit.

Slide 40 - Question ouverte

Is wat je ziet in bron 5 een bronoplossing of een symptoomoplossing? Leg je antwoord uit.
Een symptoomoplossing, omdat de bron van de olielekkages niet wordt aangepakt, alleen de gevolgen van de lekkages worden schoongemaakt.

Slide 41 - Diapositive

Om de zuigelingensterfte in Venezuela naar beneden te brengen, schenkt de Franse overheid medicijnen. Dit is...
A
Ontwikkelingssamen-werking
B
Ontwikkelingshulp

Slide 42 - Quiz

Een groot Nederlands bedrijf leidt twintig jonge mensen in Bangladesh op om wateroverlast in de toekomst zelf te kunnen voorkomen
A
Ontwikkelings- samenwerking
B
Ontwikkelingshulp

Slide 43 - Quiz

Er zijn drie grote bronnen voor steun aan de Ogoni. Welke zijn dat?

Slide 44 - Question ouverte

Er zijn drie grote bronnen voor steun aan de Ogoni. Welke zijn dat?


  1. Overheden van rijke landen.
  2. Ontwikkelingsorganisaties.
  3. Bedrijven.


Slide 45 - Diapositive