15-2 Fictie perspectief

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

WELKOM!

Ga rustig zitten op je eigen plek.

Pak je werkboek en een pen.

Docent

Cas

Tim

Alex

Sam

Madina

Yara

Juliva

Gino

Nout

Tijme

Bemnet

Hailey

Julia

Mariam

Khalid

Umut

Lorenzo

Naoufal

2E

Afspraken

1. Luister rustig naar de uitleg.
2. Blijf zitten op je plek.
3. Ga niet in discussie.

waarschuwing 1 - naam 

waarschuwing 2 - strafwerk

waarschuwing 3 - nablijven

waarschuwing 4 - gele kaart

Planning

Dinsdag : Fictie - dagboek

Donderdag: 

1 Fictie - vertelperspectief

2 Lezen - Oefentoets + Lezen

3 Fictie - een ander perspectief

Vrijdag: Fictie - tijd en einde + dagboekopdracht terug

Planning

Instructie - 15 minuten

Zelfstandig werken - 15 minuten

Nakijken - 10 minuten

Leerdoel

Je kent drie vertelperspectieven voor een verhaal.

Je kunt bij een tekst aangeven welk perspectief wordt gebruikt.

Je kunt een kort stukje schrijven vanuit verschillende perspectieven.

Voorbeeld 1

Nu eerst iets over het slachtoffer: Robert. Hij was een slimme jongeman. Zijn vader dronk zich dood toen Robert veertien was. Het arme jong kreeg dat pas later te horen. Niet van zijn moeder maar van zijn oma, die zelf ook wel wat borrels lustte. De flessen sherry verstopte ze in het hoogste keukenkastje. Dat bleek een publiek geheim te zijn; iedereen wist ervan.

Alwetende verteller

Nu eerst iets over het slachtoffer: Robert. Hij was een slimme jongeman. Zijn vader dronk zich dood toen Robert veertien was. Het arme jong kreeg dat pas later te horen. Niet van zijn moeder maar van zijn oma, die zelf ook wel wat borrels lustte. De flessen sherry verstopte ze in het hoogste keukenkastje. Dat bleek een publiek geheim te zijn; iedereen wist ervan.

Voorbeeld 2

Buiten wordt het donker. Ik schenk nog eens in en pak het bevlekte fotoalbum. De derde foto is die van een groep meisjes in blauwe turnpakjes. Linksvoor een piepjonge versie van mezelf. Ik was klein voor mijn leeftijd, blond en uiterst lenig. Ik hield van bokspringen en zwaaien aan de ringen.

Ik-verteller

Buiten wordt het donker. Ik schenk nog eens in en pak het bevlekte fotoalbum. De derde foto is die van een groep meisjes in blauwe turnpakjes. Linksvoor een piepjonge versie van mezelf. Ik was klein voor mijn leeftijd, blond en uiterst lenig. Ik hield van bokspringen en zwaaien aan de ringen.

Voorbeeld 3

Robert was nooit een drukke jongen. Buiten op het voetbalveld kon hij flink tekeergaan, maar in de klas lette hij altijd netjes op. Wat hij allemaal dacht, weet ik niet. Misschien dat Amira dat beter weet. Zij heeft een tijdje een relatie met Robert gehad.

Hij/ zij-verteller

Robert was nooit een drukke jongen. Buiten op het voetbalveld kon hij flink tekeergaan, maar in de klas lette hij altijd netjes op. Wat hij allemaal dacht, weet ik niet. Misschien dat Amira dat beter weet. Zij heeft een tijdje een relatie met Robert gehad.

Opdracht

Maak opdracht 1 t/m 3 + keuzeopdracht a of b op blz. 41 en verder.

Het is rustig in de klas.

Vraag? Steek je vinger op.

Klaar?

Maak opdr. 5 en 6 op blz.47

npo.nl