MA HAVO 4 Pluriforme samenleving 4.4

4.4 Migratie naar Nederland
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.4 Migratie naar Nederland

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
  • Je kan uitleggen wat er wordt bedoeld met migratie 
  • Je kunt motieven voor migratie noemen.
  • Je kunt uitleggen welke migranten waarom mogen blijven

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Immigranten

Emigranten

Slide 3 - Diapositive

Migreren = verhuizen 

Emigratie =  verhuizen naar een ander land

Immigratie = vanuit een ander land naar NL verhuizen
Waarom emigreren mensen naar Nederland?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Motieven om te migreren:
 Economische motieven
             
- Sociale motieven
               
- Politieke motieven

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Economische motieven
Armoede ontvluchten, meer kansen 

Arbeidsmigranten (vroeger: gastarbeiders) komen naar Nederland om hier tijdelijk te werken

In de jaren '60 en '70: Turken, Marokkanen, Spanjaarden, Italianen
In de jaren '00 en '10 van de 21e eeuw: Polen, Roemenen, Bulgaren, Oekraïners

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale motieven 
Dichter bij familie wonen

Gezinshereniging
gezin mag overkomen uit ander land, als bijvoorbeeld de vader hier al woont

Gezinsvorming:
je haalt iemand uit het buitenland om mee te trouwen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Politieke motieven
Veiligheid!

Door oorlog in het eigen land of 
een andere politiek mening loopt men gevaar

Deze vluchtelingen zoeken asiel (=veilige plaats)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Koloniaal verleden


Toen de Nederlandse kolonies onafhankelijk werden,
kozen veel inwoners voor meer zekerheid in Nederland

Sommigen waren bang voor de onzekere economische of 
politieke situatie in hun eigen land

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijkste migratiestromen in NL (na WOII):
- Migratie uit vroegere koloniën na onafhankelijkheid
              Surinamers, Antillianen, Molukkers
- Arbeidsmigratie 
             - 
Gastarbeiders (jaren '60: vooral Turken en Marokkanen)
             - Arbeidsmigranten binnen EU (bijv. Polen): seizoenswerk 
             - Kennismigranten buiten EU (bijv. VS en India)
 - Vluchtelingen 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vluchtelingen: +/- 80 miljoen (!)
Mensen die hun land onder druk van oorlog en geweld verlaten. 

- Meestal opvang in buurlanden.
- Een deel vraagt in NL (of andere Westerse landen) asiel aan. 

Slide 12 - Diapositive

Asiel betekent letterlijk toevluchtsoord. 

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het motief van Mana om te migreren naar Nederland is ECONOMISCH / SOCIAAL / POLITIEK, want …

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het migratiebeleid in NL
- Restrictief toelatingsbeleid
            
Strenge voorwaarden om toegelaten te  worden als  immigrant.
- Geldige identificatiepapieren + bewijzen waarom asiel nodig is. 
- NL moet zich houden aan internationale verdragen 

Welke migranten mogen blijven: vluchtelingen, arbeidsmigranten binnen EU, kennismigranten waar vraag naar is, volgmigranten

Slide 15 - Diapositive

Een arbeidsmigrant van buiten de EU wordt bijvoorbeeld alleen toegelaten als hij een beroep uitoefent waar behoefte aan is. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Discussie over het opvangen van vluchtelingen

Afweging welzijn eigen bevolking en die van de vluchtelingen

Politieke partijen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het onze plicht om vluchtelingen op te vangen? Geef een argument voor je mening

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions