11.1 erfelijkheid en chromosomen

11.1 Eigenschappen en chromosomen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

11.1 Eigenschappen en chromosomen

Slide 1 - Diapositive

Startopdracht:
Koffieplanten worden vermeerderd door van één moederplant meerdere takken te knippen en te stekken. Deze takken krijgen dan wortels en groeien uit tot nieuwe koffieplanten. Na een aantal jaren kunnen van die nieuwe planten weer koffiezaden geoogst worden.
Hieronder staan twee uitspraken over deze manier van vermeerdering.
Geef van elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is.






timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 11.1

-Je kunt uitleggen wat erfelijke eigenschappen zijn en wat een fenotype is.
-Je kunt uitleggen waardoor het fenotype bepaald wordt.
-Je kunt uitleggen waar informatie voor je eigenschappen zit.
-Je kunt aan een chromosomenkaart zien of die van een jongen of een meisje is.
-Je kunt uitleggen wat een gen en wat het genotype is.

Slide 3 - Diapositive

Erfelijke eigenschappen

Eigenschappen die je van je ouders krijgt noem je erfelijke eigenschappen

Erfelijke eigenschappen bepalen grotendeels hoe je lichaam eruit ziet en hoe het werkt.

DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen. 

Slide 4 - Diapositive

Erfelijke eigenschappen

Slide 5 - Diapositive

Genotype
Chromosomen bevinden zich in de celkern
Ze bestaan grotendeels uit DNA  bevat informatie erfelijke eigenschappen = genotype
Ze komen in paren voor (23 paren bij een mens)

Slide 6 - Diapositive

Een gen
Voor iedere eigenschap (je oogkleur, je haarkleur etc.) is er een stukje DNA. Zo'n stukje noemen we een gen.
 Eén gen heeft dus de informatie voor één eigenschap.

Slide 7 - Diapositive

Fenotype 
De eigenschappen van een organisme, waaronder het uiterlijk = fenotype
Genotype + invloeden uit de omgeving = fenotype 

Het fenotype kan je veranderen het genotype NIET.

Slide 8 - Diapositive

Chromosomenkaart
Van ieder chromosomenpaar krijg je:

1 chromosoom van vader
1 chromosoom van moeder
Geslachtschromosomen bepalen geslacht.
23 paar chromosomen, totaal dus 46 chromosomen

Slide 9 - Diapositive

Maken
Zie itslearning.

Slide 10 - Diapositive

Welke geslachtschromosomen kunnen niet voorkomen
Is dit Karyogram van een man of een vrouw?
A
Man
B
Vrouw
C
Kan allebei
D
Is niet te zien

Slide 11 - Quiz

Wat is een gen?
A
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen
B
Alle zichtbare eigenschappen
C
Een deel van een chromosoom met informatie voor één eigenschap.
D
Een chromosoom in de celkern met erfelijke informatie.

Slide 12 - Quiz

Hoe worden genotype en fenotype beïnvloed?
A
Genotype en fenotype worden willekeurig beïnvloed.
B
Genotype en fenotype worden alleen beïnvloed door omgevingsfactoren.
C
Genotype wordt beïnvloed door erfelijkheid en fenotype wordt beïnvloed door erfelijkheid en omgevingsfactoren.
D
Genotype en fenotype worden alleen beïnvloed door voeding.

Slide 13 - Quiz

In de afbeelding is schematisch getekend hoe de vorming van geslachtscellen en de bevruchting bij de mens verlopen. Noteer bij elke cel wat voor cel het is en vul in elke cel het juiste aantal chromosomen in
46
46
46
46
46
46
Lichaamscel
Lichaamscel
Zaadcel
Eicel
Bevruchte eicel
23
23

Slide 14 - Question de remorquage