klas 2 Ch.2 - week 48

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Aujourd'hui

• startopdracht
• grammaire H
• exercices

LESDOEL

LESDOELEN

Aan het einde van deze les...

... kun je je kamer beschrijven.

… kun je werkwoorden op -er vervoegen.

… kun je het adjectif correct gebruiken.

Let op! vrij 1 dec: oefentoets bron A t/m D

• Fais l'exercice H page 5
• Fais l'exercice I page 5

L’adjectif! (2)

Maak correcte zinsdelen.

Zorg dat je het bijv. nw. 

(1) op de juiste plek zet, en

(2) in de juiste vorm

1. un hôtel (grand)

2. un vélo (blanc)

3. un bâtiment (vieux + noir)

4. les yeux (m) (vert)

5. ma soeur (petit)

6. les vacances (v) (bon)

7.  le pantalon (beau)

L'adjectif!

Maak correcte zinsdelen.

Zorg dat je het bijv. nw. 

(1) op de juiste plek zet, en

(2) in de juiste vorm

1. un grand hôtel (groot)

2. un vélo blanc (wit)

3. un vieux bâtiment noir

(oud + zwart)

4. les yeux verts (groen)

5. ma petite soeur (klein)

6. les bonnes vacances (goed)

7.  le beau pantalon (mooi)

Tip!

Het bijvoeglijk naamwoord komt in het Frans altijd achter het zelfstandig naamwoord, op de uitzonderingen na, die je leert.

Grammaire H

explication: werkwoorden op -er +

 het vervangen van het onderwerp

apps.noordhoff.nl

Verbes en -er

présent

1.	je	regarder
2.	ils	chanter
3.	nous	préférer
4.	tu	manger
5.	vous	aider

Verbes en -er

présent

1.	je	regard e
2.	ils	chant ent
3.	nous	préfér ons
4.	tu	mang es
5.	vous	aid ez

Grammaire H

Fais les exercices 30ce+ 31 +33

Fini? Slim Stampen!

LESDOEL

LESDOELEN

Behaald?

Aan het einde van deze les...

... kun je je kamer beschrijven.

… kun je werkwoorden op -er vervoegen.

… kun je het adjectif correct gebruiken.

Heb ik de lesdoelen behaald?

Ja

Nee

Deels

les devoirs ✍️

Faire: exercices 30cef+ 31 +33

Apprendre: bron A t/m D voor oefentoets vrijdag

Aujourd'hui

• herhaling vorige les
• zelf een oefentoets maken
• actief leren

LESDOEL

LESDOELEN

Aan het einde van deze les...

... ken je woorden die te maken hebben met dieren.

... ken je woorden die te maken hebben met karaktereigenschappen en familie 

... Aan het eind van deze paragraaf kun je iemand beschrijven en kun je het adjectif correct gebruiken. 

... Aan het eind van deze paragraaf kun je jezelf en je familie voorstellen

Verbes en -er

présent

1.	je	regarder
2.	ils	chanter
3.	nous	préférer
4.	tu	manger
5.	vous	aider

Maak zelf een oefentoets

Maak een oefentoets voor je buurman/buurvrouw van bron A t/m D

Maak de oefentoets

Hoe goed heb je deze oefentoets gemaakt?

Allemaal goed!

1 of 2 fout

3-4 fout

5-6 fout

Ik wist heel veel nog niet

Actief leren

apps.noordhoff.nl