Werkwoorden op - er herhaling

Ik weet hoe ik een w.w. op -er vervoeg
😒🙁😐🙂😃
1 / 13
suivant
Slide 1: Sondage
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Ik weet hoe ik een w.w. op -er vervoeg
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Sondage

Slide 2 - Diapositive

Schrijf de stam op van het w.w.
habiter (=wonen)

Slide 3 - Question ouverte

Schrijf de stam op van het w.w.
chercher (=zoeken)

Slide 4 - Question ouverte

Vous aimes le quartier.
Correct
Niet correct

Slide 5 - Sondage

De uitgangen zijn :
A
e - e - es - ons - ez - ont
B
e - es - e - ons - ez - ent
C
es - e - es - ez - ons - ent
D
e - es - e - ons - ez - ent

Slide 6 - Quiz

Il ... à Paris.
A
habitent
B
habites
C
habite
D
habitez

Slide 7 - Quiz

Je ..... (manger) une pizza.

Slide 8 - Question ouverte

Elles ... (arriver) au restaurant.

Slide 9 - Question ouverte

Pierre et Marc ..... au Minecraft.
A
joue
B
jouent
C
jouez
D
jouons

Slide 10 - Quiz

Vous ..... (demander) la carte?

Slide 11 - Question ouverte

Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord 'parler' naar de juiste persoon.
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
habitez
regardons
détestent
joue
danses

Slide 12 - Question de remorquage

Ik heb genoeg kennis over de w.w. op -er
om dit onderdeel op de toets goed te maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage