Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
spelling H2 - verleden tijd van zwakke werkwoorden
spelling H2
werkwoorden
leerdoel:
de verleden tijd van zwakke werkwoorden correct schrijven
Nieuw Nederlands
blz. 66
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
spelling H2
werkwoorden
leerdoel:
de verleden tijd van zwakke werkwoorden correct schrijven
Nieuw Nederlands
blz. 66
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
zwakke werkwoorden
brand - brandde
land - landde
verhuis - verhuisde
betaal - betaalde
zakt - zakte
sterke werkwoorden
loop - liep
slaap - sliep
gaat - ging
wordt - werd
vind - vond
Slide 3 - Diapositive
persoonsvorm verleden tijd
Zwakke werkwoorden
enkelvoud: ik-vorm + te of de
meervoud: ik-vorm + te(n) of de(n)
Slide 4 - Diapositive
te(n) of de(n)?
stam
stam = hele werkwoord -en
verhuizen -> stam = verhuiz
landen -> stam = land
leven -> stam = lev
Slide 5 - Diapositive
T - S - X - F - K - S - CH - P
Eindigt de stam op een van deze medeklinkers?
+ te
Slide 6 - Diapositive
voorbeeld
Het huis (branden) gisteren helemaal af.
branden
stam = brand
-> +de
Het huis
brandde
gisteren helemaal af.
Slide 7 - Diapositive
voorbeeld
Dat gezin (verhuizen) vorig jaar.
verhuizen
stam = verhuiz
-> + de
Dat gezin verhuisde vorig jaar.
Slide 8 - Diapositive
voorbeeld
Hij (sprinten) snel naar de trein.
sprinten
stam = sprint
-> + te
Hij sprintte snel naar de trein.
Slide 9 - Diapositive
Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd enkelvoud.
KRABBEN
A
krab
B
krabte
C
krabde
D
krabtde
Slide 10 - Quiz
Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd enkelvoud.
RUSTEN
A
rust
B
ruste
C
rustten
D
rustte
Slide 11 - Quiz
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
haten
Elsa [...] regenachtig weer in de zomervakantie
A
hate
B
haatte
Slide 12 - Quiz
Noteer de pv (persoonsvorm) in de verleden tijd.
Alle fans (
wachten
) in de hal van het vliegveld.
A
wachten
B
wachtten
Slide 13 - Quiz
Noteer de pv (persoonsvorm) in de verleden tijd.
Toch (
landen
) het nog op tijd.
A
landen
B
landden
C
lande
D
landde
Slide 14 - Quiz
Noteer de pv (persoonsvorm) in de verleden tijd.
Ze (
vermoeden
) dat het vliegtuig vertraging had.
A
vermoeden
B
vermoedden
Slide 15 - Quiz
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd.
De factuur … (faxen) Marian door naar de klant.
Slide 16 - Question ouverte
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
Hij _____ (testen) alle systemen en knoppen.
Slide 17 - Question ouverte
Schrijf persoonsvorm in de verleden tijd
Hij ..... de hele dag in zee. (surfen)
Slide 18 - Question ouverte
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd.
Hij ... (missen) gisteren zijn pennen.
Slide 19 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
spelling H2 - verleden tijd van zwakke werkwoorden
Mai 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
spelling H2 - verleden tijd van zwakke werkwoorden
Janvier 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
spelling H2 - verleden tijd van zwakke werkwoorden
Janvier 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de vt
Juin 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
lj2 Week 3 DT5
Mars 2020
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Les 9 herh. + §8 pvvt
Novembre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,3
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
Avril 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Les 5 werkwoordspelling PV VT
Août 2024
- Leçon avec
20 diapositives