Week 01 Les 3

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

HAVO 1 Chapitre 3

Leerdoelen

1. Je kent de woordjes van chapitre 3 Les 2
2. Je kunt verschillende lichaamsdelen in het Frans benoemen.

Programma

• 5 minuten leren woordjes chap 3 Les 2
• Quiz
• Samen: Petit Jean qui danse
• Zelfstandig: Les 2 opdrt. 11 / 12/ 14
• Evaluatie 

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.

(Aujourd'hui) on va chanter!

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.

(Ma passion) c'est la danse!

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.

(Le gâteau) est trop bon!

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Nederlands.

Je fais du foot (depuis longtemps)

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Frans

On va (winnen)!

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Frans

Je suis toujours ( op tijd)

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Frans

Il est très (klein)

Vertaal het woord (tussen haakjes) in het Frans

J'ai un nouveau (mobieltje)

Online Chap 3 Les 3.2 opdrt. 11, 12, 14

Les devoirs 

Leren:

Woordjes Chapitre 3 Les 1 + 2

Maken:

Chromebook chapitre 3 Les 3.2 opdrt. 11 / 12/ 14

C'est quoi?

C'est quoi?

C'est quoi?

C'est quoi?

C'est quoi?

C'est quoi?

C'est quoi?

C'est quoi?

C'est quoi?